Regeling rustig draaien DDE 4.0

De regeling voor het rustig draaien compenseert de toerentalschommelingen van de afzonderlijke cilinders ten opzichte van elkaar, die veroorzaakt worden door de onderling verschillende inspuithoeveelheden en het cilinderrendement. Dit wordt gerealiseerd door het snel inschakelen van een geregelde correctie-inspuithoeveelheid voor elke cilinder.

De correctiehoeveelheden zijn begrensd op maximaal ± 10 mm3/slag/cilinder

Bij toepassing van DDE-software-versie A1 vanaf 03/2000 is de maximale correctiehoeveelheid afhankelijk van de inspuithoeveelheid en ligt tussen ± 5,9 en ± 10 mm3/slag/cilinder.

De regeling is actief in een bepaald toerentalbereik en bepaalde inspuithoeveelheid.

Bewaking

Met toepassing van de DDE-software-versie A1 vanaf 03/2000 wordt de toerentalstabilisatie door de diagnose bewaakt.

Als de correctiehoeveelheid van een cilinder een bepaalde grenswaarde overschrijdt, wordt storingscode 1613 ”Toerentalstabilisatie” in de DDE-regeleenheid opgeslagen. De grenswaarde is afhankelijk van de inspuithoeveelheid en ligt tussen ± 5,9 en ± 9,9 mm3/slag/cilinder