Toerentalcontrole DDE 4.1
Twee sensoren zorgen voor de controle van het motortoerental:
- Toerentalsensor krukas
- Hall-impulsgever nokkenas
Storingen in de signalen van deze sensoren worden in één van onderstaande storingscodes vastgelegd:
- Storing 0335, 0336 "Krukastoerental"
mogelijke storingstypen:
Motor heeft met een te hoog toerental gedraaid
- Signaal dynamisch niet aannemelijk
- 1E25 "Controle toerentalsensor"
mogelijke storingstypen:
- Krukassignaalkabel van slave naar master defect
- Controle door slave
- Krukassensorsignaal dynamisch onaannemelijk
- Uitval toerentalsensorsignaal krukas
- 1E26 "Controle toerentalsensor"
mogelijke storingstypen:
- Nokkenassignaal frequentie te hoog
- Uitval toerentalsensorsignaal krukas
- Krukassensorsignaal dynamisch onaannemelijk
- Uitval nokkenassensorsignaal