Door het dubbele inlaatluchtsysteem bij de 8-cilinder is voor een storingsvrije werking van de motor een extra regeling van de beide turbocompressors ten opzichte van elkaar noodzakelijk, de zogenaamde luchtmassagelijkstelling. De luchtmassagelijkstelling wordt uitgevoerd door een softwarefunctie van de DDE, de gelijkstellingsregelaar.
De beide luchtmassameters meten de hoeveelheid aangezogen verse lucht aan beide zijden van de luchtkoker. Om ervoor te zorgen dat de beide turbocompressoren gelijkmatig belast worden en bij hoge belasting en toerentallen tegen een te hoog toerental worden beveiligd, probeert de gelijkstellingsregelaar de aangezogen luchtmassa aan de linker- en rechterkant gelijk te houden. Hij realiseert dit door de pulsverhouding voor de linker en rechter vuldrukmodulator zo in te stellen, dat aan beide zijden de gelijke luchtmassa kan worden aangezogen.
De volgende componenten beïnvloeden de gelijkstelling van de luchtmassa.
Om een storing in het luchtmassasysteem te herkennen, wordt het volgende gecontroleerd:
Om ernstige storingen aan het luchtmassasysteem te detecteren, wordt in het gehele werkgebied de onderstaande controle uitgevoerd:
Als reactie op de beide storingen wordt de inspuithoeveelheid gereduceerd, wat leidt tot een aanzienlijk vermogensverlies, terwijl eveneens de vuldrukregeling wordt uitgeschakeld en de turbocompressor met vaste impulsverhoudingen wordt aangestuurd. De storing 3620, "Luchtmassasysteemstoring", veroorzaakt eveneens een uitschakeling van de uitlaatgasrecirculatieregeling.
Storingsresultaat bij een defecte turbocompressor-verstelling aan één zijde:
Om de turbocompressoren tegen beschadiging te beschermen, worden ze beide met relatief lage pulsverhoudingen aangestuurd. Als de verstelling van een turbocompressor is geblokkeerd, heeft dit tot gevolg, dat hij niet meer correct op de aansturing met een lage pulsverhouding (= weinig vuldruk en luchtdoorstroming) kan reageren. Dit betekent dat dan aan de zijde met de defecte turbocompressor de grootste luchtmassa wordt gemeten.
Voor het vervangen van een turbocompressor moet altijd de afstelling van beide turbocompressors worden gecontroleerd.