Remdrukregeling

 

De regeling van de drie fasen drukopbouw, druk houden en drukafbouw tijdens een regeling vindt plaats in drie onafhankelijk van elkaar werkende regelkringen:

 

Voor elke regelkring zijn twee elektromagnetische kleppen nodig, een inlaat- en een uitlaatklep. De drie magneetklepparen zijn geÏntegreerd in het hydro-aggregaat.

De plusvoeding voor de elektromagnetische kleppen wordt vanaf contactsleutelstand 2 verzorgd door het kleppenrelais. Aangestuurd worden die kleppen als de ABS-regeleenheid de betreffende aansluiting tegen massapotentieel schakelt.

Afhankelijk van de met behulp van de toerentalsensors geregistreerde rijsituatie kan elke regelkring door het betreffende aansturen van de magneetkleppen in de volgende bedrijfsstand worden gebracht:

Bedrijfsstand

Magneetventiel / toestand

Druk opbouwen

Inlaatklep open (stroomloos)

 

Uitlaatklep gesloten (stroomloos)

Druk handhaven

Inlaatklep gesloten (voorzien van spanning)

 

Uitlaatklep gesloten (stroomloos)

Drukdaling

Inlaatklep gesloten (voorzien van spanning)

 

Uitlaatklep geopend (voorzien van spanning)

 

Tijdens een geregelde remming worden de magneetkleppen door de ABS-regeleenheid 5 tot 12 maal per seconde geopend en weer gesloten, de terugvoerpomp wordt constant aangestuurd.