De hydraulische unit bestaat uit magneetkleppen, een 2-krings retourpomp en een drukreservoir per remkring.
De magneetkleppen worden door de ABS/ASC-regeleenheid geschakeld. Ze verbinden de wielremcilinders al naar gelang de schakeltoestand met de betreffende kring van de hoofdremcilinder of de retourpomp, of sluiten de wielremcilinder tegen beide af.
Voor elk van de vier regelkringen zijn twee magneetventielen benodigd, één inlaat- en één uitlaatventiel. Voor de ASC-regeling is een extra aanzuigklep en een omschakelklep noodzakelijk. De aanzuigklep maakt het druk opbouwen via het zelfaanzuigende pompelement in de retourpomp mogelijk. De omschakelklep verhindert tijdens de regelcycla het terugstromen van de remvloeistof in het reservoir.
De magneetventielen worden door het ventielrelais vanaf contactsleutelstand 2 van spanning voorzien. De aansturing van het ventielrelais wordt verzorgd door de ABS/ASC-regeleenheid.
De retourpomp wordt alleen gedurende een ABS- of ASC-regeling aangestuurd. Zij voert bij het druk verlagen de uit de remcilinders stromende remvloeistof via de bijbehorende accumulator in de betreffende kring van de hoofdremcilinder terug. Het in- en uitschakelen van de retourpomp via het motorrelais wordt aangestuurd via de ABS/ASC-regeleenheid.
De accumulatoren in de hydraulische unit dienen ervoor, de bij het verlagen van de druk plotseling toestromende remvloeistof tijdelijk op te nemen.