Brandstofsysteem

Algemeen>

De beschrijving van het brandstofsysteem omvat de componenten

Brandstoftank

De voor de achteras ingebouwde brandstoftank (zadelconstructie) bestaat uit een linker en een rechter kamer.

Bij het tanken wordt via de vulpijp en een verbindingsslang eerst de rechter kamer en daarna de linker kamer gevuld. Bij de aansluiting voor de verbindingsslang bij de vulpijp bevindt zich een terugslagklep in de brandstoftank.

Vulleiding naar brandstoftank

De vulleiding met een deel van de vulontluchtingsleiding en de tankvulpijp zijn één deel en vormen de bovenste helft van de vulpijp. De verbinding van de bovenste helft van de vulpijp met de brandstoftank wordt verzorgd door een slang. Deze is met de vulpijp op de brandstoftank verbonden en aan het uiteinde hiervan, in de brandstoftank, bevindt zich een terugslagklep.

Vulontluchting voor de brandstoftank

De aansluiting voor de vulontluchting van de beide tankhelften bevindt zich rechtsboven op de brandstoftank voor het deksel van het tankvlotterelement met de brandstofpomp. Zij is verbonden met het op de vulpijp aangebrachte deel van de vulontluchtingsleiding.

Terugslagklep in brandstoftank

De terugslagklep op de aansluiting voor de verbindingsslang van de vulpijp bevindt zich binnen de brandstoftank. Deze voorkomt het snel wegstromen van de brandstof bij een ongeval.

Bij controle moet erop worden gelet dat de terugslagklep gemakkelijk open- en dichtgaat.

Voor het controleren van de terugslagklep kan de verbindingsslang bij de met de pijlen gekenmerkte plaats even worden samengedrukt. Hierdoor wordt de brandstof in de tank gedrukt en zal weer teruglopen. Door deze beweging van de brandstof moet de terugslagklep hoorbaar dicht- en opengaan.

P160004

1

Verbindingsslang van vulpijp naar tankdopaansluiting

2

Tankdopaansluiting waarin zich een terugslagklep bevindt.

Verlaging in brandstoftank

De verlaging bevindt zich in de rechter kamer van de brandstoftank. Hij is vast verbonden met de brandstoftank.

De elektrische benzinepomp (EKP) is bevestigd in de verlaging. Door de verlaging is gewaarborgd dat de brandstofzeef van de elektrische brandstofpomp steeds een maximum aan brandstof ter beschikking heeft, daar de zuigstraalpomp en de brandstofretour uitmonden in deze verlaging.

Elektrische brandstofpomp (EKP) in brandstoftank

De EKP is bevestigd in de rechter kamer van de brandstoftank in de verlaging. De brandstofzeef van de elektrische brandstofpomp ligt daarbij onder in de verlaging, zodat de resthoeveelheid aan brandstof die door de zuigstraalpomp en de brandstofretour komt nog uit de tank kan worden gezogen.

Zuigstraalpomp in brandstoftank

De zuigstraalpomp maakt deel uit van de brandstoftank en pompt de brandstof uit de linker in de rechter tankhelft. Daar de zuigstraalpomp de brandstof direkt pompt naar de verlaging wordt deze altijd als eerste gevuld, waardoor gewaarborgd is dat de elektrische brandstofpomp steeds een maximum aan brandstof ter beschikking heeft.

De aandrijving van de zuigstraalpomp wordt verzorgd door de brandstof in de retourleiding. De brandstof wordt via een sproeier geleid waardoor de doorstroming via een venturi wordt versneld. Door de hoge snelheid van de brandstof ontstaat een onderdruk die de brandstof vanuit de linker in de rechter tankhelft pompt.

Om te voorkomen dat de brandstofdruk die door de venturi in de zuigstraalpomp wordt opgewekt niet te hoog kan worden, is een drukbegrenzingsventiel gemonteerd dat deze druk begrensd. Een te hoge druk zou een te hoge doorstromingssnelheid van de brandstof ten gevolge hebben en de opbrengst smoren of verbreken.

Een storing aan de sproeier van de zuigstraalpomp of een defekt drukbegrenzingsventiel leiden tot stilstand van de auto door brandstofgebrek, ofschoon door de brandstofmeter nog voldoende brandstof wordt aangegeven. In beide gevallen wordt er geen brandstof meer uit de linker tankhelft naar de rechter gepompt.

Brandstoffilter

Het brandstoffilter zorgt voor de fijnfiltering van het brandstofcircuit, daar de kleine voorfilters van de in het brandstofcircuit aanwezige aggregaten alleen een voorfilterwerking hebben.

Drukbegrenzingsklep voor zuigstraalpomp

Om te voorkomen dat de brandstofdruk die door de venturi in de zuigstraalpomp wordt opgewekt niet te hoog kan worden, is een drukbegrenzingsventiel gemonteerd dat deze druk begrensd. Een te hoge druk zou een te hoge doorstromingssnelheid van de brandstof ten gevolge hebben en de opbrengst smoren of verbreken.

Expansiereservoir voor brandstoftank

Het expansiereservoir compenseert bij een volle tank of ongunstige stand van de auto het zich wijzigende volume van de brandstof door verwarming, b.v. bij een volle tank. Het neemt de brandstof op die door een verhoging van het volume uit de volle brandstoftank wordt gedrukt.

P160002

Dampleiding voor de linker tankhelft

 

 

 

Via het expansiereservoir komen de brandstofdampen ook in het actiefkoolstoffilter. Dit wordt via de tankontluchtingsklep geventileerd en via de tankontluchtingsleiding wordt de druk afgebouwd.

P160001

Tankontluchtingsklep

 

Om ervoor te zorgen dat bij een afwijkende stand van de auto geen brandstof uit de brandstoftank via het expansiereservoir en het actiefkoolstoffilter naar buiten stroomt, is het expansiereservoir voorzien van een klep (Rollover-klep) die als de auto op zijn kop ligt, voorkomt dat de brandstof wegstroomt.

Actiefkoolstoffilter voor brandstoftankontluchting

Het actiefkoolstoffilter voorkomt dat de brandstofdampen via de tankontluchtingsleiding in de buitenlucht ontsnappen. De in het actiefkoolstoffilter gebonden brandstofdampen worden via de tankontluchtingsklep hieruit gezogen en verbrand. Bij het leegzuigen wordt het actiefkoolstoffilter met de aangezogen lucht doorgespoeld.

Leidingen voor brandstoftankbe- en ontluchting

De brandstoftank is voor de beluchting en ontluchting via het expansiereservoir en het actiefkoolstoffilter met kunststofleidingen verbonden.

De tankontluchtingsleiding (dampleiding bij systeemoverdruk/spoelleiding bij geopende tankontluchtingsklep) is de enige open leiding in het brandstofsysteem. De leiding komt vanaf het actiefkoolstoffilter en eindigt voor de linker bovenste tankhelft en is daar met een kunststofclip vastgezet.