De meting van de tankinhoud wordt verzorgd door twee hefboomopnemers (tankvlotterelement) de los van elkaar verbonden zijn met het elektronica combi-instrument (IKE ). Elke hefboomopnemer is met een eigen massa (analoog massa) en een sensorkabel (analoog plus) met het elektronica combi-instrument (IKE ) verbonden. Voor het aansturen van de tankreservewaarschuwingslamp bevindt zich geen reservecontact in de niveausensor. De tankreservewaarschuwingslamp wordt afhankelijk van de tankinhoud door vergelijking met een reservedrempelwaarde ingeschakeld.
Destijds werden in de zeven-serie (E38) tanks met een inhoud van 85l en 95l gemonteerd. Men kan een 95l tank herkennen aan het feit, dat hij dieper ligt dan de bodemgroep en dat een steenslagbescherming is voorgebouwd. Bij de vijf-serie (E39) is destijds alleen een 70 l-tank ingebouwd. De verschillende wijze waarop de tankinhoud voor de brandstofmeter bij de tanks van 85 liter / 95 liter (E38), 70 liter (E39) en 95 liter (E53) wordt bepaald, wordt aan de hand van de codeergegevens aangepast.
Als er voor testwerkzaamheden een bepaalde hoeveelheid uit de linker, resp. rechter tankhelft moet worden afgetapt, moet er op worden gelet dat de juiste aansluiting wordt gebruikt (alleen bij de zeven-serie E38). Deze bevindt zich, voor beide tanks, aan de linker tank. Aan beide aftappluggen is aan de aansluiting van de rechter tank een liggende rechthoek en aan de aansluiting van de linker tank een staande rechthoek ingestempeld.
Bij de vijf-serie (E39) is het aftappen van de brandstof niet via een eigen aansluiting mogelijk. De brandstof moet via de vulpijp uit de tank worden gezogen.