Communicatie naar DME/DDE
Voor de overdracht van de signalen aan de DME wordt de regeleenheidsuitgang DME-KO gebruikt. De afzonderlijke schakeltrappen worden door een pulsbreedtemodulatie met een frequentie van 5 Hz overgebracht.
Hierbij wordt het standby-signaal van de airconditioning (DME-AC) en het signaal van de airco-compressor (DME-KO) op de stroomdraad DME-KO met behulp van de pulsbreedtemodulatie (PWM-signaal) aan de DME doorgegeven.
Pulsverhouding in % |
Functies |
---|---|
0 |
Kortsluiting tegen U-accu of onderbreking in bedrading |
15 |
Airconditioning uitgeschakeld |
30 |
Airconditioning (DME_AC) AAN |
45 |
Compressor airconditioning AAN, stand 1 = 5-10 Nm |
60 |
Compressor airconditioning AAN, stand 2 = 10-15 Nm |
75 |
Compressor airconditioning AAN, stand 3 = 15-20 Nm |
90 |
Compressor airconditioning AAN, stand 4 = 20-24 Nm |
100 |
Kortsluiting tegen massa |
De diagnose van de kabel wordt uitgevoerd door de DME.
Bij de diesel is standaard de conventionele interface gecodeerd. De signalen DME-AC, DME-KO en DME-KOREL worden via 3 aparte stroomdraden doorgegeven aan de DME. De codering bepaalt of het te evalueren signaal actief-hoog (12 V komt overeen met AAN, 0 V komt overeen met UIT) of actief-laag (0 v komt overeen met AAN, 12 V komt overeen met UIT) is. Deze codering moet via "Codeergegevens lezen" onder het punt "Servicefuncties" worden uitgelezen.