De instrumenteringsbus (I-bus) in de E38 is net als de diagnosebus (D-bus), de carrosseriebus (K-bus) en de periferiebus (P-bus) een seriële dataverbinding tussen regeleenheden.
Via de I-bus wisselen de aangesloten regeleenheden informatie, bijv. sensorwaarden of de lampentoestand, uit.
Volgende regeleenheden kunnen op de I-bus aangesloten zijn:
Het multi-functionele stuurwiel is te herkennen aan de radio- of telefoonbediening aan het stuurwiel.
De Park Distance Control herkent men aan de ultrasone afstands-sensoren in de bumpers.
De Check-Control-moduul (CCM) en de verlichtingsmoduul (LM) worden slechts tot 9/95 als twee afzonderlijke regeleenheden toegepast. Vanaf 9/95 zijn deze beide regeleenheden in de verlichtings- Check-Control-moduul (LCM) gecombineerd.
De werking van de I-bus is te vergelijken met die van een telefoon-conferentieschakeling. Alle deelnemers zijn via de I-bus met elkaar verbonden. Elke deelnemer kan per I-bus zowel mededelingen ontvangen als mededelingen verzenden.
De I-bus is uitgevoerd als een enkeldraads bussysteem, d.w.z. de I-bus is één leiding die zowel voor zenden als voor ontvangen gebruikt wordt.
Dankzij de hoge snelheid van overdracht via de I-bus (ca. 10.000 bit/sec) is een nagenoeg vertragingsvrije verdeling van de mededelingen tussen de regeleenheden mogelijk.
De diagnosetelegrammen van de DIS worden gestuurd naar de diagnosebus (D-bus) van de instrumentencombinatie-elektronica. Vanaf de instrumentencombinatie-elektronica (IKE) worden de diagnosetelegrammen doorgegeven aan de I-bus. De antwoordtelegrammen van de I-bus regeleenheden worden eveneens via de IKE naar het DIS teruggestuurd.