Check Control Module (CCM)

De Check Control is een actief informatiesysteem, dat de bestuurder d.m.v. het tekst display in de instrumentencombinatie het uitvallen van belangrijke functies meedeelt, evenals opmerkingen en waarschuwingen geeft. Deze tekstmeldingen worden gedeeltelijk door een akoestische aanwijzing (gong) begeleid.

Al naar gelang de uitwerking op de rijveiligheid en rijbekwaamheid worden de meldingen onder verschillende prioriteitsgroepen ingedeeld en als zodanig aangegeven.

Bestaan er naast de zojuist getoonde melding nog verdere meldingen, dan worden deze door permanent ingeschakelde aanwijzingtekens aangegeven. Deze kunnen dan met de Check Control toets worden opgeroepen.

De meldingstaal kan worden gecodeerd.

Controle en diagnose heeft via de I-bus plaats.

De Check Control Module krijgt zijn informatie voor meldingen

Componenten

Check Control toets

De CC-toets bevindt zich rechts in de instrumentencombinatie en wordt in de IKE geanalyseerd. Een druk op de CC-toets wordt via de I-bus aan de Check Control Module meegedeeld.

Indien er bij het indrukken van de CC-toets geen CC-meldingen bestaan, wordt bij het begin van het indrukken "CHECK CONTROL OK" uitgegeven. Bij het loslaten van de CC-toets gaat de aanduiding weer uit.

Wanneer er meer dan één Check Control melding bestaat, dan kunnen deze met behulp van de CC-toets na elkaar worden opgeroepen.

Gong

De gong in combinatie met CC-meldingen wordt via de I-bus (geen directe kabelverbinding tussen CCM en gong!) aangestuurd. Daarbij moet erop worden gelet, dat - al naar gelang de belangrijkheid en het aantal van de tot nu toe opgetreden meldingen - niet elke keer een akoestisch signaal klinkt, ook niet bij dezelfde melding.

Check Control meldingen

Oliepeil motor controleren

Het vulniveau wordt door de thermische oliepeilsensor geregistreerd.

De thermische oliepeilsensor is via een kabel met de Check Control Module verbonden en levert een bloksignaal, waarvan de frequentie een maat is voor de hoogte van het vulniveau.

Hij wordt vanaf aansluiting 15 met spanning verzorgd.

Remvloeistof controleren

De schakelaar van het remvloeistofniveau is via een enkeldraads-kabel met de CCM verbonden.

Sproeierwater bijvullen

De Check Control Module is via een enkeldraads-kabel met de schakelaar van het sproeierwaterniveau verbonden. Vanwege het heen en weergaan van de vloeistofspiegel wordt de melding met 25 sec vertraging uitgegeven.

Koelwaterstand controleren

De Check Control Module is via een enkeldraads-kabel met de schakelaar van het koelvloeistofniveau verbonden. Vanwege het op-en-neergaan van de vloeistofspiegel wordt de melding met 25 sec vertraging uitgegeven. Voor een snelle aanduiding vóór het wegrijden wordt de melding bij "Aansluiting 15 aan" zonder vertraging uitgegeven.

Voorgloeien/inspuitsysteem

De Check Control Module is via een kabel met de DDE regeleenheid verbonden en krijgt van hem het signaal voor de meldingen "Voorgloeien" en "Inspuitsysteem".

Motor-noodprogramma

Wanneer er aan de gasklep of aan de pedaalgever problemen worden geconstateerd, dan gaat de EML over naar een noodprogramma met een duidelijke vermindering van het motorvermogen. Is dit het geval, dan ontvangt de CCM van de EML via een verbinding een signaal en geeft hij de melding "Motor-noodprogramma" uit.

EEPROM CCM

Verschijnt, wanneer de CCM niet is gecodeerd.

Contactsleutel zit nog in het contactslot (alleen US)

In het contactslot zit een schakelaar, die via een enkeldraads-kabel met de Check Control Module verbonden is en tegen massa schakelt.

De melding volgt bij een openstaand bestuurdersportier, tot de contactsleutel uit het slot wordt getrokken, echter alleen vanaf "Aansluiting 15 uit".

Veiligheidsgordel dicht (alleen US, Golf)

Bij US en Golfvoertuigen volgt de melding vanaf "Ontsteking aan", wanneer de veiligheidsgordel niet gesloten is. De massa schakelende veiligheidsriem-contactschakelaar is direct met de Check Control Module verbonden.

Informatie, die de Check Control Module van de IKE ontvangt

Voor de volgende meldingen krijgt de Check Control Module de informatie van de IKE. Bij foutmeldingen moet de trouble shooting bij de IKE worden voortgezet.

Transmissie-noodprogramma (alleen automatische transmissie)

Wanneer er bij een aan de IKE aangesloten transmissieregeleenheid een defect optreedt, dan wordt dit aan de Check Control Module via de I-bus meegedeeld en de melding aangegeven.

Handrem lossen

Voor het constateren van een aangetrokken handrem bij het wegrijden wordt deze melding vanaf 5 km/h uitgegeven. De gong klinkt alleen wanneer dit voor de eerste keer gebeurt.

Remblokken controleren

De IKE meldt slijtage van de remblokken aan de Check Control Module.

Koelwatertemperatuur

Bij het overschrijden van de max. toegestane koelwatertemperatuur wordt deze melding uitgegeven. Om onjuiste aanduidingen te vermijden heeft de bewaking pas 10 sec na het overschrijden van het minimale toerental plaats.

Stop! Oliedruk motor!

Wanneer de oliedruk beneden de toelaatbare grenswaarde daalt dan wordt dit aan de bestuurder meegedeeld. De analyse van de sensor begint 10 sec na het overschrijden van het minimale toerental.

Informatie, die de Check Control Module van de ZKE ontvangt

Voor de volgende meldingen ontvangt de Check Control Module de informatie van de ZKE en verwerkt deze. Bij foutmeldingen moet de trouble shooting in de ZKE worden voortgezet.

Portier open

Bij een openstaand bestuurders-, passagiers- of achter- portier wordt deze melding vanaf 5 km/h uitgegeven.

Kofferruimte open

Voor het constateren van een openstaande kofferklep bij het wegrijden wordt deze melding vanaf de eerste maal overschrijden van 5 km/h uitgegeven.

Licht aan?

De aanduiding heeft plaats bij contactslotstand "0", wanneer het bestuurdersportier bij ingeschakeld stadslicht wordt geopend.

Informatie, die de CCM van de lichtmodule ontvangt

De volgende meldingen worden door de lichtmodule voorbewerkt en aan de Check Control Module per telegram meegedeeld. Bij foutmeldingen moet de trouble shooting in de lichtmodule wordt verricht.

Stoplicht controleren

Groot licht controleren

Dimlicht controleren

Stadslicht controleren

Achterlicht controleren

Mistlamp vóór controleren

Mistachterlicht controleren

Kentekenverlichting controleren

Achteruitrijlamp controleren

Aanhangerverlichting controleren

Licht aan?

De aanduiding heeft plaats bij contactslotstand "0", wanneer het bestuurdersportier bij ingeschakeld stadslicht geopend wordt.