De lichtcontrolemoduul stuurt en controleert
Met uitzondering van de remlichtschakelaar zijn alle door de LCM gecontroleerde schakelaars als massaschakelend uitgevoerd.
De onderstaande schakelaars worden LCM gecontroleerd:
Verdere informatie ontvangt de LCM via de I-/K-bus.
Lichtschakelaar
Als de lichtschakelaar in de ruststand staat, zijn alle contacten gesloten (R < 1Ohm), in de stand dim- of grootlicht is het betreffende contact geopend (R> 1MOhm)
De verlichting van de lichtschakelaar wordt apart door de LCM aangestuurd. Ze wordt met de volledige lichtsterkte verlicht als de lichtschakelaar in de stand AUS staat. Zij brandt gedimd net zoals de dashboard- en zoekverlichting als deze ook branden.
Remlichtschakelaar
De remlichtschakelaar wordt met het activeren van klem R permanent door de LCM gecontroleerd.
Hij is als Hall-impulsgever uitgevoerd en voorzien van 3 draden (klem R, klem 31, signaaldraad). Een testschakelaar is niet noodzakelijk.
Waarschuwingsknipperlichtschakelaar
In de waarschuwingsknipperlichtschakelaar bevindt zich de controlelamp voor de waarschuwingsknipperlichtfunctie. Deze dient gelijktijdig als zoekverlichting.
Dimmerpotentiometer
Als de lichtschakelaar in de stand stadslicht of dimlicht staat, wordt de gedimde dashboard-, zoek- en functieverlichting (kl 58g) geactiveerd.
De op klem 58g opgewekte spanning is afhankelijk van de stand van de dimmerpotentiometer.
Aansturing van de controlelampen in het combi-instrument
De in het combi-instrument aanwezige controlelampen voor knipperlicht links, knipperlicht rechts, mistachterlicht, mistlampen en grootlicht worden via de I-/K-bus aangestuurd.
De gloeilampen voor de verlichting van de auto worden in de uitgeschakelde en ingeschakelde staat gecontroleerd (koud- en warmcontrole)
De aansturing van de gloeilampen wordt verzorgd door transistoren. Daar deze beveiligd zijn tegen kortsluiting kunnen de tot nu toe gebruikelijke zekeringen vervallen.
De gloeilampen kunnen via de diagnose worden aangestuurd.
De van de exportuitvoering afhankelijke functies van de gloeilampcircuits worden gecodeerd.