Check-Control-functies

 

De Check-Control informeert de bestuurder. Ze informeert hem via het tekstdisplay op het infopaneel van de IKE (E38/E39 hoog), resp. via het LC-display voor de Check-Control-meldingen op het combi-instrument (E39 met basisboordnet) het uitvallen van belangrijke functies, alsmede aanwijzingen en waarschuwingen.

Overeenkomsten tussen de beide boordnetten.

De Check-Control-functie in de LCM controleert enkele sensoren en registreert wanneer voor deze een melding noodzakelijk is. Daarnaast zendt zij een datatelegram aan het IKE/combi-instrument met het verzoek de meldingstekst op het tekstdisplay, resp. de melding op het LC-display voor de Check-Control-meldingen weer te geven.

De volgende sensoren worden gecontroleerd:

Bovendien is de LCM via een draad met de EML- en de DDE-regeleenheid verbonden

De US-versie is voorzien van een contactslot- en een gordelslotcontact.

Bovendien ontvangt zij LCM-interne meldingen betreffende defekte gloeilampen.

Daarnaast evalueert zij meldingen van andere regeleenheden die zij via de I-bus ontvangt, en stuurt de betreffende verzoeken aan het IKE/combi-instrument.

 

Boordnet E38/E39 hoog

De meldingen worden gedeeltelijk begeleid door een akoestisch signaal.

De gong in combinatie met meldingen van de Check-Control wordt via de I-bus (geen direkte kabelverbinding tussen LCM en gong) aangestuurd. Hierbij moet in acht worden genomen dat - al naar gelang de belangrijkheid en het aantal van de tot nu toe opgetreden meldingen - niet elke keer een akoestisch signaal klinkt ook niet bij dezelfde melding.

In het boordnet E38/E39 hoog zijn de volgende tekstmeldingen van de Check-Control mogelijk:

Motoroliepeil controleren

Het oliepeil wordt via een thermische olieniveausensor bepaald.

Deze levert een bloksignaal en wordt vanaf klem 15 gevoed.

 

Remvloeistofniveau controleren

Ruitesproeierreservoir vullen

Koelvloeistofniveau controleren

Motornoodprogramma

Als bij de gasklep of bij de pedaalwaardesensor een probleem wordt geregistreerd, schakelt de EML een noodprogramma in waarbij het motorvermogen duidelijk lager ligt. In dit geval ontvangt de Check-Control, via een kabel waarmee de LCM direkt met de EML verbonden is, een signaal en geeft deze melding uit.

Voorgloeien/inspuitsysteemg

De LCM is via een kabel verbonden met de DDE-regeleenheid en ontvangt van deze een signaal voor de melding voorgloeien en inspuitsysteem.

EEPROM LCM

Verschijnt als de LCM niet gecodeerd is.

Contactsleutel in contactslot (alleen US)

In het contactslot bevindt zich een tegen massaschakelende schakelaar. De weergave vindt plaats bij een open linker voorportier, net zo lang tot de contactsleutel uit het slot wordt getrokken, echter alleen bij de stand "contact uit".

Gordel dragen (alleen US, Golf)

Deze melding verschijnt als de gordel niet wordt gedragen. De tegen massa schakelende gordelcontactschakelaar is direkt met de LCM verbonden.

Informatie die de Check-Control van het IKE/combi-instrument ontvangt:

Voor de volgende meldingen ontvangt de Check-Control de informatie van de IKE. Bij foutieve meldingen moet het opsporen van de storing in de IKE worden vervolgd.

Transmissienoodprogramma

Als er bij een op de IKE aangesloten transmissieregeleenheid een defekt optreedt, wordt dit via de I-bus aan de LCM meegedeeld

Handrem loszetten

Bij een aangetrokken handrem wordt deze melding verstrekt zodra een melding van 5 km/h wordt overschreden.

Remblokken controleren

Koelvloeistoftemperatuur

Stop! Motoroliedruk

 

Informatie, die de Check-Control van de ZKE ontvangt:>

Voor de volgende meldingen ontvangt de Check-Control de informatie van de ZKE en verwerkt deze. Bij foute meldingen moet het opsporen van de storingen in de ZKE worden vervolgd.

Portier open

Bij een openstaand linker, rechter voorportier of achterportier wordt deze melding vanaf een snelheid van 5 km/h uitgegeven.

Kofferklep open

Als de kofferklep openstaat, wordt deze melding pas bij het overschrijden van een snelheid van 5 km/h uitgegeven.

Licht brandt?

De weergave vindt plaats in de contactsleutelstand "0", als het linker voorportier bij ingeschakeld stadslicht werd geopend.

 

Alle lichtmeldingen evalueert de LCM intern

Boordnet E39 basis>

Bij auto's met basisboordnet worden de aanwijzingen niet in de vorm van een tekstmelding, maar door controlelampen en symbolen in het LC-display voor de Check-Control-meldingen op het combi-instrument weergegeven.

Voor de onderstaande lampen wordt het verzoek ook door Check-Control gegeven:

algemene remwaarschuwingslamp

Deze wordt door de LCM aangestuurd, wanneer deze via zijn schakelaar remvloeistofniveau over een te laag remvloeistofniveau wordt geÏnformeerd.

Niveau ruitesproeiervloeistof

Als de op de LCM aangesloten schakelaar een te laag niveau in het ruitesproeierreservoir aangeeft, dan brandt deze lamp.

Olieniveaucontrolelamp

Het oliepeil wordt via een thermische olieniveausensor bepaald. Hij is direkt met de LCM verbonden en levert een bloksignaal waarvan de frequentie een maat is voor het vulniveau. Hij wordt via klem 15 van spanning voorzien.

Voorgloeien

De LCM is via een draad met de DDE-regeleenheid verbonden en ontvangt van deze het signaal voor het aansturen van deze gloeilamp.

Gordelcontrolelamp

Bij exportuitvoeringen US- en Golf gaat deze lamp branden vanaf "contact aan" als de gordel niet in het slot werd gedrukt. De massa schakelende gordelcontactschakelaar is direkt met de LCM verbonden.

Defekte gloeilampen (in LC-display voor Check-Control-meldingen)

Portiermeldingen (in LC-display voor Check-Control-meldingen)

Katalysator - te hoge temperatuur (alleen exportuitvoering Japan)

bovendien: gong bij in het contactslot achtergebleven contactsleutel (alleen US-versie)