De CAN-bus (Controller Area Network) is een serieel bussysteem, waarbij alle aangesloten stations gelijkberechtigd zijn, d.w.z. elke regeleenheid kan zowel zenden als ook ontvangen. Eenvoudig uitgedrukt kunnen de aangesloten regeleenheden via de kabels met elkaar "communiceren" en onder elkaar informatie uitwisselen.
Door de lineaire structuur van het netwerk is het bussysteem bij het uitvallen van een station voor alle andere stations verder volledig beschikbaar. De verbinding bestaat uit twee dataverbindingen (CAN_L en CAN_H), de d.m.v. een afscherming (CAN_S) tegen storingen zijn beveiligd.
Momenteel zijn met dit systeem de regeleenheden Adaptive Transmissieregeling AGS, Digitale Motorelektronica DME, Elektronische Motorvermogensregeling EML en Dynamische Stabiliteits Controle DSC met elkaar verbonden.
De aangesloten toestellen moeten alle over dezelfde CAN-stand beschikken. Het checken van de CAN-versie is via de diagnose-interface mogelijk. Op de identificatie-pagina van de betreffende, aan de CAN-bus aangesloten regeleenheid, wordt de CAN-versie (bus-index) weergegeven.
Via de CAN-bus wordt veel informatie, zoals bijv. CAN-versies, of functiegrootheden, zoals toerentallen en temperaturen, tussen de regeleenheden uitgewisseld.