Het is de taak van de bandenspanningscontrole de bestuurder erop te attenderen dat hij de banden moet oppompen als de bandenspanning is teruggelopen en hem te waarschuwen bij bandenpech. Het RDC-systeem vergroot dus de veiligheid van de auto en het comfort van de bestuurder. Desalniettemin blijven de beslissingsbevoegdheid en de verantwoordelijkheid bij de bestuurder liggen.
Voordelen:
- grotere rijveiligheid door vroegtijdige waarschuwing bij snel spanningsverlies
- beschadiging van de banden door overmatige wrijving bij een te lage bandenspanning wordt voorkomen
- afwijkingen van de ingestelde bandenspanning worden gecontroleerd
- sluipend spanningsverlies wordt tijdig gedetecteerd
Componenten:
- regeleenheid om signalen te evalueren
- één ontvangstantenne per wielkuip
- wielelektronica met ventiel
- initialiserings-toets
Geleidelijke waarschuwing: er is sprake van een te lage bandenspanning (0,2 bar onder richtspanning), hoewel de rijveiligheid niet in gevaar komt. De bestuurder krijgt via de check-control het verzoek de bandenspanning te corrigeren.
Waarschuwing ineens: de rijveiligheid komt in gevaar. De bestuurder krijgt het verzoek de banden direct te controleren.
De waarschuwing ineens wordt gegeven als het spanningsverlies 0,4 bar of 16% onder de ingestelde waarde terugloopt of onder een vast geprogrammeerde waarde in de regeleenheid komt.
Belangrijk!
Telkens wanneer de bandenspanning is gecorrigeerd, moet het systeem altijd opnieuw worden geïnitialiseerd. Dit gaat als volgt: zet het contact aan en houd de initialiserings-toets zo lang ingedrukt (min. 6 seconden) dat op de check-control de melding "bandenspanning set" verschijnt. Na enkele minuten rijden (waarin het systeem zelf de wielen identificeert en het een en ander op aannemelijkheid controleert) beschouwd de RDC de bandenspanning als de te bewaken richtspanning.
Belangrijk!
Op de check-control kunnen de volgende meldteksten verschijnen: bandenspanning set, bandencontr. inactief, bandenspanning controleren, bandenpech, bandenpech rechtsvoor, bandenpech linksvoor, bandenpech rechtsachter, bandenpech linksachter.
De wielelektronica is binnenin de banden gemonteerd en meet de bandenspanning en de bandentemperatuur. Via een zender in de wielelektronica worden de gemeten gegevens verstuurd. De wielelektronica wordt gevoed door een lithiumbatterij. Elke moduul van de wielelektronica heeft een eigen code die bij elke datatransmissie wordt doorgegeven.
De gegevens die door de wielelektronica worden verstuurd, worden ontvangen door antennes in de wielkuip en via afgeschermde kabels aan de regeleenheid doorgegeven.
In het kader van de eigen-wieldetectie leert het systeem automatisch welke elektronica bij de eigen auto hoort. Hierdoor is het uitgesloten dat gegevens van een andere auto worden geëvalueerd.