In tegenstelling tot een huiskamertoestel staat een autoradio voortdurend bloot aan wisselende ontvangst-omstandigheden. Op één plaats is de ontvangst uitstekend, maar reeds op korte afstand kan hij zeer slecht zijn. Door in een kring te rijden kan de ontvangst het best worden gecontroleerd. Zo wordt de antenne in alle richtingen uitgelijnd.
In de achterruit zijn een antenne voor de AM (Amplitude Modulation)- en een voor de FM (Frequency Modulation)-band geïntegreerd. Het ontvangen signaal wordt door de antenneversterker versterkt en gaat via een hoogfrequente verbinding (HF-kabel) direct in de radio.
Bij de speciale uitrusting antenne diversity zijn er één antenne voor de AM- en drie gescheiden antennes voor de FM-band aangesloten. In de diversity-versterker worden de drie ontvangen FM-signalen cyclisch via de HF-kabel naar de radio doorgeschakeld. Van de radio wordt er een feed-back melding over de kwaliteit van het ontvangen antennesignaal (door het tussen-fequentie-signaal) aan de antenne diversity teruggestuurd. De antenne-diversity herkent en beslist, welke van de drie antennes op dat moment de beste ontvangstkwaliteit heeft en schakelt deze antenne tot aan de volgende meetcyclus naar de radio door. Bij een gebrekkig tussenfrequentie-signaal wordt de in de achterruit loodrecht geplaatste antenne (FM1) gebruikt.
Het antennesysteem bij de Z8 / E52 is in de achterbumper geïntegreerd. De versterker van de antenne is in de kofferruimte ondergebracht. De antennestructuur in de achterbumper bestaat uit een AM-deel (amplitude gemoduleerd) en een FM-deel (frequentie gemoduleerd). Het AM-deel van de antenne bestaat uit een kabel, die aan één einde geïsoleerd is en aan het andere einde van een platte stekker voorzien is, voor de aansluiting aan de antenneversterker. Het FM-deel van de antenne bestaat uit twee kabels, die d.m.v. een coax-kabel verbonden zijn. De coax-kabel is aan twee blokken bevestigd, die in de bumper zijn geschroefd en met massa zijn verbonden. Let erop, dat het aluminiumprofiel van de bumper met massa verbonden is.
De functie van de antenne mag niet door overige onderdelen zoals lampen, achteruitrijsensoren of dergelijke worden beïnvloed.