Op het ogenblik alleen in Duitsland beschikbaar (D1 en D2 net)
De hiernavolgende telematicadiensten op basis van de GATS-standaard (Global Automotive Telematics Standard) zijn standaard.
Voorwaarden
Eerste initialisering
Hiervoor is onder menupunt Instellingen een submenu BMW Assist aanwezig. Dit menu is echter alleen aanwezig als de telefoon en het navigatiesysteem tot telematica in staat zijn.
Zodat de “BMW ASSIST” knop in het hoofdmenu wordt weergegeven, is een eerste initialisering noodzakelijk.
Door het indrukken van de knop Initialiseren wordt de eerste initialisering gestart. Met een D1- of een D2-kaart wordt verbinding met de service-centrale (Provider) opgenomen. Gedurende het verloop wordt op het beeldscherm de betreffende statusmelding weergegeven. Stilstaande auto. Draaiende motor. Procedure kan tot vijftien minuten duren.
Het initialiseren van de button kan alleen worden gekozen, als GSM- en GPS-ontvangst mogelijk is.
Als de eerste initialisering succesvol is, verschijnt de status (op het beeldscherm) met gegevens wat betreft de geboekte diensten alsmede het autoprofiel (kleur/kenteken voor zover door de dealer ingevoerd). Het submenupunt Initialiseren wordt Actualiseren en in het hoofdmenu verschijnt het punt BMW ASSIST
De menunotitie BMW Assist kan niet worden gekozen (zwart weergegeven), als de telefoon niet bedrijfsgereed is.
Storingsmogelijkheden:
Door bediening van menupunt BMW Assist komt men in het betreffende submenu met de vermelding van alle beschikbare diensten alsmede een statusbutton .
Door bediening van het menupunt Noodoproep wordt een noodoproep verstuurd, d.w.z. er wordt een spraakverbinding met een Service Provider opgebouwd en een SMS verstuurd.
In de SMS worden de volgende gegevens doorgegeven.
Een reeds bestaande telefoonverbinding (geen noodoproep) wordt automatisch onderbroken.
Bij een verkeerde bediening moet de verbinding met de telefonist(e) worden afgewacht en de noodoproep moet als ongeldig worden verklaard (anders wordt een reddingspoging gestart).
Bij het opnieuw bedienen van het menupunt Noodoproep wordt er geen noodoproep verstuurd totdat de actieve noodoproep beëindigd is.
Komt een noodoproepverbinding met een Service Provider na meerdere pogingen niet tot stand (slechte verbinding, servicecentrale defect), dan wordt het alarmnummer 112 gekozen en wordt er een spraakverbinding met de politiealarmcentrale opgebouwd. Een verbinding met 112 wordt echter alleen gemaakt, wanneer ten tijde van de activering BMW ASSIST beschikbaar (actief) was. Een data-overdracht vindt niet plaats.
Door het bedienen van het menupunt BMW Service-centrale wordt een noodoproep uitgevoerd; d.w.z. gegevens van de actuele positie en de gegevens van de auto worden naar de BMW Service-centrale gestuurd. Er wordt telefonisch contact gelegd met de BMW Service-centrale. Een reeds bestaande telefoonverbinding wordt echter niet automatisch onderbroken.
Bij het opnieuw bedienen van het menupunt BMW hulpdienst wordt er geen andere pechoproep verstuurd tot de reeds actieve pechoproep is beëindigd.
In geval van storing verschijnt een aanwijzing met de betreffende storingsmelding die door de gebruiker moet worden bevestigd.
vanaf 11/99
Met de BMW infodienst kan de gebruiker gebruik maken van een mailbox. Eerst ontvangt de gebruiker een aanwijzing op zijn telefoon, dat hij zijn mailbox moet opvragen. Na bediening van de button opvragen in het BMW infomenu wordt een SMS-verbinding naar de Service Provider opgebouwd. De betreffende boodschap wordt naar de auto verstuurd en weergegeven op het beeldscherm.
De inhoud van de mailbox is begrensd tot een boodschap met maximaal 280 tekens. Het regeleinde wordt bepaald door de navigatiecomputer. Hierdoor ontstaan niet-gebruikte plaatsen die het werkelijk beschikbare aantal tekens verlagen. Tekst die buiten de beschikbare plaats komt wordt niet afgebeeld.
Door een bevestiging wordt een SMS naar de service-centrale teruggestuurd.
Door het bedienen van de button Informatie plus wordt een spraakverbinding met een Operator bij uw Service Provider opgebouwd, terwijl tevens een SMS met de actuele positie wordt verstuurd. Door een mondelinge aanvraag van een info (bijv. hotel, restaurant, reisdoel, telefoonnummer) wordt de betreffende informatie gedownload.
Op het beeldscherm verschijnt een statusveld en het desbetreffende navigatiedoel resp. het telefoonummer. Als de cursor op het adres wordt geplaatst en de DDK (draai-/drukknop) wordt ingedrukt, wordt het reisdoel ingevoerd. Door het aanklikken van het telefoonnummer wordt een verbinding met het betreffende nummer opgebouwd.
Als de betreffende aanvraag is afgesloten verschijnt er een button Nieuwe aanvraag starten.
Is BMW ASSIST plus geïnstalleerd, dan zijn in het menu Verkeersinformatie de toets RDS-TMC en V- Infoplus actief.
Dienstenkeuze
In dit keuzevenster kan de betreffende verkeersinformatiedienst worden gekozen.
Er kunnen slechts diensten worden gekozen die ook benut kunnen worden (d.w.z. RDS/TMC bij ingebouwde radio's die over dit systeem beschikken, V-info plus bij een abonnement op de telematicaservicediensten).
Wordt de dienst RDS-TMC gekozen en de landkaart ondersteunt RDS-TMC niet, dan verschijnt een passend aanwijsvenster.
Als de V-info plusdienst werd gekozen, dan wordt na het activeren van de reisdoelbegeleiding elke 30 minuten een aanvraag via de verkeersinformatie naar de Service Provider gestuurd.
Na de keuze van een dienst verschijnt in de statusregel het bijbehorende symbool (TMC, resp. Vi+) in het zwart. Als verkeersinformatie wordt ontvangen (ook de melding geen status), gaat de kleur over in groen.
Onder het menupunt Geen verkeersinformatie worden alle verkeersinformatiediensten uitgeschakeld.
Voorvalkeuze
Onder het menupunt Voorvalkeuze kunnen de voorvallen worden geselecteerd die op de kaart weergegeven, resp. onderdrukt moeten worden.
Mogelijkheden:
Bij het in het geheugen opslaan worden de nieuwe waarden overgenomen.
Na het bedienen van het menupunt Status in het menu BMW Assist, verschijnt een scherm met de informatie behorende bij de geboekte telematicadiensten en de gegevens van de auto.
Diensten:
Profiel:
In het servicemenu onder Telematica-instellingen kunnen verschillende instellingen m.b.t. de telematicafuncties worden gemaakt, resp. zijn al d.m.v. een codeertelegram van tevoren ingesteld.
Kenteken
Het kenteken kan via scrollmechanismes van alle alfanumerieke tekens tot aan een lengte van 11 tekens worden ingevoerd (moet worden ingevoerd, vindt niet plaats per codering).
Kleur
De kleur kan met behulp van een lijst van 10 bestaande mogelijkheden worden gekozen en worden ingesteld (moet worden ingevoerd, vindt niet plaats per codering).
SMSC-nr.
Bij gebruik van de juiste telefoonkaart wordt het betreffende defaultnummer (vooraf ingesteld) opgegeven. Dit nummer kan echter handmatig m.b.v. het scrollmechanisme worden gewijzigd. Als een D1-nr. wordt ingevoerd +491710760150, dan wordt het geheugen voor het D1-nummer opnieuw gedefinieerd. Dit geldt ook voor het invoeren van een D2-nr. +491722270684 . Bij D1 is bovendien nog een bestemmingsnr. nodig . . . . 72550
VIN
Het VIN (chassisnummer) wordt bij de codering ingevoerd en kan hier handmatig niet worden gewijzigd.
Autotype
Het autotype, bestaande uit de modellenserie en het type wordt bij de codering ingevoerd en kan hier handmatig niet worden gewijzigd.
Automatische noodoproep
De automatische noodoproep wordt bij de codering ingevoerd en kan hier handmatig niet worden gewijzigd. De automatische noodoproep is alleen mogelijk met een telematicafunctie. De procedure is identiek aan de procedure bij een handmatige oproep. Alleen met dit verschil dat hier geen acties door de gebruiker nodig zijn. De automatische noodoproep wordt bij een activering van de airbagregeleenheid geactiveerd.
Regeleenheid airbag MRS3
Controle: Korte test met DIS/MoDiC. Bij de functie Regeleenheid kan m.b.v.de identificatie de Diagnos-Index worden uitgelezen, die bij MRS3 “8” is.
Navigatiecomputer MK2
Bij de hardware is controle niet nodig. De besturingssoftware V12 of hoger moet geïnstalleerd zijn.
Controle: In het boordmonitor menu Instellingen kiezen en menutoets zolang indrukken, tot het Servicemenu wordt weergegeven. Menupunt Navi/Grafisch deel kiezen, de softwarestand moet 28 of hoger zijn.
Bij een software-update is beslist een codering van de navigatiecomputer noodzakelijk, daar anders geen telematicadiensten mogelijk zijn!
Telefoon
Bij zaktelefoons resp. telefoonhoorn is controle niet noodzakelijk.
Interface / SE apparaat
Basis Interface Telefoon (BIT) bij Siemens en Nokia
Controle:
Motorola I-bus interface bij Motorola zaktelefoon
Controle: Zie BIT, hardwarestand 06 en softwarestand 05 of hoger
Motorola I-bus interface/SE apparaat voor vaste inbouw
Controle: Zie BIT (zaktelefoon aansluiten vervalt) hardwarestand 06 en softwarestand 05 of hoger