Storing impulstandwiel

Mogelijke storingsoorzaak(-zaken):

• Er is een impulstandwiel met een onjuist aantal tanden gemonteerd
  
• Er zijn één of meerdere tanden weggecorrodeerd
  
• Er zijn tanden door corrosie met elkaar verbonden
  
• Er is een wiellager defect
  

Opslagvoorwaarde(n):

• Als de geregistreerde snelheid van een wiel sterk afwijkt (ten minste 6 km/h). De storing wordt niet onmiddellijk opgeslagen, omdat de regeleenheid probeert snelheidsafwijkingen, die door verschillende bandenspanningen worden veroorzaakt, te compenseren.
  

Storing opsporen:

• Visueel controleren of één van bovengenoemde storingsoorzaken van toepassing is. Bij enkele modellen is dit vanwege de constructie niet mogelijk.
  
• Controle van de signaalniveaus van de wielsensor met de oscilloscoop. Als een wiel met een gelijkmatige snelheid wordt gedraaid, dan kunnen ontbrekende of defecte tanden op de oscilloscoop worden herkend.
  

Opmerking

• Fabricagetoleranties en spanningsverschillen kunnen deze storing niet veroorzaken