CAN-bus

Storingsoorzaken

Het uitvallen van de communicatie op de CAN-bus, (d.w.z. opslaan van storingscodes over de buscommunicatie in de aparte regeleenheden) kan worden veroorzaakt door:

-Draadbreuk, resp. kortsluiting in de communicatiebedrading.

-Stoorspanningen op het boordnet, bijv. veroorzaakt door defecte bobines of massa-aansluitingen

-Uitvallen van het communicatiegedeelte van de aparte regeleenheden.

-Uitvallen van de spanningsvoorziening in de aparte regeleenheden. Ook kan een langzaam dalende accuspanning bij bijna lege accu tot storingscodes leiden, omdat niet alle regeleenheden tegelijkertijd wegens te lage spanning uitvallen.

Afsluitweerstanden

In twee regeleenheden van de CAN-verbinding is een afsluitweerstand van telkens 120 Ohm tussen de beide communicatiedraden CAN-H en CAN-L gemonteerd. In de verbinding van de regeleenheden kan dus een weerstand van 60 Ohm (parallelschakeling) tussen de beide communicatiedraden worden gemeten. D.m.v. het meten van deze weerstand met een adapter aan één van de regeleenheden kan de draadbundel eenvoudig worden doorgemeten. De weerstanden van de betrokken regeleenheden kunnen met verwijderde stekker direct worden gemeten. Regeleenheden zonder afsluitweerstanden laten normaliter een waarde zien van 10 kOhm tot 50 kOhm.

De afsluitweerstanden zijn aangebracht in de ASC/DSC-regeleenheid en afhankelijk van het motortype in het instrumentenpaneel of in de regeleenheid van de motor aangebracht.

Storingen opsporen:

Het uitvallen van één van de regeleenheden of communicatiegedeeltes leidt er in de regel toe dat de andere regeleenheden aan de bus storingscodes opslaan.

Het uitvallen van het communicatiegedeelte in een regeleenheid kan onder bepaalde omstandigheden de totale CAN-bus uitschakelen, d.w.z. alle regeleenheden op de bus slaan storingscodes m.b.t. de communicatie met de andere regeleenheden op.

In dit geval kan telkens een regeleenheid worden losgehaald, de overblijvende regeleenheden herkennen dan de ontbrekende regeleenheid (na blokkeren het storingsgeheugen wissen, dan storingsgeheugen uitlezen). Als dit de defecte regeleenheid is, worden geen storingscodes met betrekking tot de communicatie door de overige regeleenheden gezet.

Wordt met deze methode een van de regeleenheden met afsluitweerstand losgehaald, kan door de ontbrekende afsluitweerstand de communicatie ook worden lamgelegd. Deze methode leidt dus niet altijd tot het gewenste resultaat, maar kan van groot nut zijn.