Het zonnescherm wordt door het schakelcentrum tunnelconsole aangestuurd.
De bediening van het zonnescherm vindt plaats via een toets in het schakelcentrum tunnelconsole of via een externe toets in het achtercompartiment van de auto (alleen E38, optie). Het zonnescherm gaat bij het even indrukken van de toets automatisch omhoog of omlaag. De richting verandert steeds bij het opnieuw indrukken van de toets.
Om beschadiging van het zonnescherm te voorkomen wordt de aandrijving door middel van stroommeting gecontroleerd op blokkeringen. Er is een blokkering aanwezig als de toegestane motorstroom wordt overschreden. De aansturing van het zonnescherm wordt dan direct onderbroken.
Bij onderbreking of kortsluiting van de aandrijving of de stroomdraden wordt een storing in het geheugen van het schakelcentrum opgeslagen. Tevens kan het zonnescherm gecontroleerd worden door de staat van de toets of de activering van de aandrijving uit te lezen.