Achterruitverwarming

Achterruitverwarming

Ontdooifase:

De achterruitverwarming wordt bij het voor de eerste keer inschakelen na ingeschakeld contact al naargelang de codering gedurende 10 minuten of 17 minuten ingeschakeld. Gedurende deze tijd wordt de spanning niet gecontroleerd.

Naverwarmingsfase:

Als de achterruitverwarming de eerstvolgende keer na het voor de eerste keer inschakelen weer wordt geactiveerd, start de naverwarmingsfase . De klokschakeling van de naverwarmingsfase schakelt de voedingsspanning voor het relais voor de achterruitverwarming afwisselend 40 seconden IN en 80 seconden UIT.

Spanningscontrole:

Tijdens de naverwarmingsfase is een schakeling actief die uitschakelt bij een te lage spanning . Hierbij wordt de spanning klem 30 op de regeleenheid geƫvalueerd en wordt het relais voor de achterruitverwarming zodra de spanning terugloopt tot onder de 11,4 V uitgeschakeld. De tijdteller wordt daarbij aangehouden . De controlelampje gaat hierbij niet uit. Als de spanning op klem 30 weer oploopt boven de 12,2 V , wordt het relais voor de achterruitverwarming weer ingeschakeld. De grenswaarde moet hierbij minstens 1 seconde aanwezig zijn.