Dynamo's
Dynamo's
Normale dynamo
- De normale dynamo is voor de aansluiting op het boordnet aan de achterzijde voorzien van twee tapeinden voor de B+ (klem 30) en D+ (klem 61). De laadstroomcontrolelamp wordt via de bekrachtigingsdiode met het signaal van klem 61 voorzien.
Compacte dynamo met multi-functieregelaar (MFR)
- De dynamo met multi-functieregelaar is alleen voor de aansluiting B+ (klem 30) voorzien van een tapeind. De aansluiting D+ (klem 61 E) bevindt zich in de zwarte 3-polige stekker op de achterzijde van de dynamo. Voor de spanningsverzorging van de regelaar bevindt zich nog de aansluiting klem 15 in deze stekker.
Compacte dynamo met multi-functieregelaar (MFR) inschakelvertraging (Start-Load-Response)
- De dynamo met MFR en inschakelvertraging onderscheidt zich qua uiterlijk niet van de dynamo zonder inschakelvertraging. Het verschil is alleen de tijdelijke begrenzing van de nominale stroom tijdens het starten.
Laadstroomcontrolelamp
De laadstroomcontrolelamp wordt afhankelijk van het regelaartype verschillend aangestuurd.
- Normale regelaar
- De laadstroomcontrolelamp wordt bij de normale regelaar via de door de statorwikkeling opgewekte spanning door de bekrachtigingsdiode en de regelaar aangestuurd. Ingeval van storing gaat de laadstroomcontrolelamp branden op basis van een optredend spanningsverschil tussen klem 15 (combi) en klem 61.
Multi-functieregelaar:
- De laadstroomcontrolelamp wordt bij de multi-functieregelaar via een in de regelaar gemonteerde elektronische schakelaar aangestuurd. Deze schakelaar wordt via klem 15 op de 3-polige stekker aan de achterzijde van de dynamo van spanning voorzien. De regelaar meet intern het spanningsverschil tussen klem 30 en klem 15, en schakelt in geval van storing de klem 61 E op laag. De laadstroomcontrolelamp brandt.
Regelaar
De regelaar heeft tot doel de gelijkgerichte dynamospanning onafhankelijk van de geleverde stroomsterkte door de dynamo en het dynamotoerental op een constante waarde in te stellen.
- Multi-functieregelaar
Bij de multi-functieregelaar is een storingsherkenning geïntegreerd. Dit wordt door de laadstroomcontrolelamp aangegeven bij
- Uitvallen van de riemaandrijving (U dynamo
= U klem 15
/ geen fasensignaal)
- geen opladen door een storing (U dynamo
= U klem 15
)
- Onderbreking in de veldwikkeling
- Overspanning door een geleidende defecte regelaareindtrap (Udynamo
> U klem 15
)
- Onderbreking van de laadstroom draad (U dynamo
- U klem 15
>= 3 V +/- 0,5 V)
- Multi-functieregelaar met Start-Load-Response
Het herkennen van storingen is identiek aan de multi-functieregelaar zonder Start-Load-Response
Start-Load-Response werking:
Met behulp van deze functie wordt de startprocedure van de motor
speciaal bij lage buitentemperaturen
verkort. Er moet voorkomen worden dat door het inzetten van de volle bekrachtiging en de stroomafgifte een remmoment op de motor werkt. Hierbij wordt aan het begin de laadstroom tot 20 A begrensd. Na de stroombegrenzing wordt langzaam de maximale capaciteit bereikt.
Vergelijkingsbeelden voor de meettechniek oscillogram
Pas op!
Afbeeldingen ter vergelijking gelden alleen voor de normale dynamo!!!
Oscillogrambeeld in de meettechniek van een storingsvrije normale dynamo:
De aangegeven signalen bevinden zich in het spanningsgebied tussen 9 V en 16 V. Het signaal kan er zeer verschillend, afhankelijk van het toerental, de belading en de accu-staat uitzien.
Pas op!
Afbeeldingen ter vergelijking gelden alleen voor de normale dynamo!!!
Oscillogrambeeld in de meettechniek van een normale dynamo met een defecte diode:
Het weergegeven signaal bevindt zich bij de spanningspieken en/of spanningsterugval buiten het spanningsgebied tussen 9 V en 16 V. De spanningspieken kunnen al naar gelang de storing ook boven het totale meetbereik uitgaan. In dit geval is een onderbreking, massasluiting of sluiting tegen plus aanwezig.