Temperatuurregeling

 

Temperatuurrichtwaarde-instellingen

De temperatuurkeuze vindt gescheiden plaats voor de bestuurders- en passagierszijde m.b.v. de plus-/mintoetsen. De richtwaarden worden op het LCD-display in stappen van 0,5 o C, resp. 1 o F weergegeven. De aangegeven waarden komen overeen met een behaaglijkheidstemperatuur die kan afwijken van de temperatuur van de uitgeblazen lucht.

Als de temperatuur in de minimum- of maximumstand wordt geplaatst, wordt de temperatuurregeling uitgeschakeld. In de min-stand zijn beide verwarmingskranen dicht, en in de max-stand geopend.

Defrost

De defrostfunctie heeft een hoge prioriteit in de luchtverdeling, en tijdens de verwarming. De defrost wordt via de defrost-toets ingeschakeld.

Bij een buitentemperatuur beneden de 10 o C worden de verwarmingskranen geopend.

Als de buitentemperatuur hoger is dan 10 o C, wordt de temperatuurrichtwaarde voor de bestuurders- en passagierszijde met 1 o C verhoogd. De richtwaarde voor de warmtewisselaar wordt daarbij tot minimaal 30 o C verhoogd.

Temperatuurscheidingsregeling voor

Tijdens de verwarmingsfase kunnen de voorpassagiers de luchtuitstroomtemperatuur uit de ventilatieroosters door het verstellen van de temperatuurscheidingsknop variabel instellen. De verstelling van de luchtscheidingskleppen wordt puur mechanisch via een bowdenkabel verzorgd.

Interieursensor en ventilator voor interieursensor

Om de interieurtemperatuur te meten, is in het bedieningspaneel een sensor met ventilator geÏntegreerd. De ventilatie van de sensor wordt verzorgd door de in het bedieningspaneel gemonteerde ventilator.

De interieursensor evalueert alleen temperaturen tussen 10 oC en 40 oC

Opmerking

De ventilator voor de sensor in het bedieningspaneel schakelt direct met de activering van de verbruikeruitschakeling (b.v. portieren worden geopend). De uitschakeling van de ventilator wordt door de verbruikeruitschakeling na 16 minuten uitgevoerd.

Extra waterpomp

Om ook bij lage motortoerentallen de doorstroming van de koelvloeistof te waarborgen, is een elektrische extra waterpomp gemonteerd. Deze waterpomp zorgt voor een praktisch constante toerental-onafhankelijke koelvloeistofdoorstroming door de warmtewisselaar.

De extra waterpomp wordt ingeschakeld bij:

De extra waterpomp wordt uitgeschakeld bij: