Dwarsversnellingssensor

 

Montage in de auto

De dwarsversnellingssensor wordt naast de linker voorstoel op de dorpel ca. 5 cm voor de B-stijl in horizontale stand gemonteerd.

Stekkercodering:

Pin-nr.

Signaal

1

Sensorsignaal

2

Minverzorging (0 V)

3

Plusverzorging (5 V)

Meetbereik en ijking

De sensor levert een analoge spanning van 0,5 - 4,5 V, die overeenkomt met een meetbereik van -1,5 tot +3,5 g.

De Offsetwaarde bedraagt 1,7 V (bij stilstaande auto op een horizontale vloer).

Na de initialisering wordt het dwarsversnellingssignaal door de DSC3-regeleenheid bij stilstaande auto en tijdens het rijden geijkt en door vergelijking met anderesensorsignalen constant op aannemelijkheid gecontroleerd.

Meetprincipez

De dwarsversnellingssensor is een capacitieve sensor.

Bij een versnelling in de dwarsrichting wordt in de sensor een beweegbaar condensorplaatje opgelicht van een gefixeerd condensorplaatje. De hierbij optredende signaalspanningkomt overeen met de versnelling in de dwarsrichting.

Werking in het DSC3-systeem

Het dwarsversnellingssignaal wordt in der DSC3-logica als ingangssignaal gebruikt voor de gesuperponeerde voertuigregelaar gebruikt. Aan de hand van de gemeten dwarsversnelling wordt een richtdraaihoek berekend. Deze richtdraaihoekzorgt dat bij het bereiken van de kritische bochtsnelheid nog een stabiel bochtgedrag bij de aanwezige rijomstandigheden gerealiseerd wordt.