Via de stoelverwarming is het mogelijk de zitting en de rugleuning te verwarmen.
De stoelverwarming kan vanaf klem 15 door het indrukken van de toets worden ingeschakeld. Voor de controle van de werking brandt de in de schakelaar gemonteerde LED.
Als de toets opnieuw wordt ingedrukt of als het contact wordt afgezet wordt de stoelverwarming uitgeschakeld.
De stoel wordt verwarmd via vier verwarmingselementen die in de kussens zijn geplaatst.
De in de schakelaar geïntegreerde elektronica regelt en controleert de stoelverwarming.
De temperatuur van de stoelverwarming kan vanaf 20 o C tot 42 o C m.b.v. een potentiometer worden ingesteld. De temperatuur wordt door een temperatuursensor die in het kussen is geplaatst gemeten en doorgegeven aan de in de schakelaar geïntegreerde elektronica.
De elektronica regelt de verwarming in de snelstmogelijke tijd tot op de ingestelde temperatuur. Aansluitend hierop wordt de verwarmingscapaciteit gereduceerd.
Opmerking
Wanneer de accuspanning in het voertuig lager is dan 11,8 V, dan wordt de stroomtoevoer naar de verwarmingsdraad van de stoelverwarmingselektronica afgeschakeld. De functie-LED, die in de schakelaar is ingebouwd blijft echter ook verder ingeschakeld. De verwarmingsdraden worden weer met stroom verzorgd, wanneer de accuspanning hoger is dan 11,8 V.
De elektronica van de stoelverwarming controleert de temperatuursensor en de verwarmingselementen op storingen.
Als bij de temperatuursensor een onderbreking of kortsluiting optreedt, wordt de stoelverwarming ter voorkoming van oververhitting uitgeschakeld.
Wanneer er een defect wordt vastgesteld, dan knippert de functie-LED die in de schakelaar is ingebouwd bij het optreden van het defect of, indien de storing reeds aanwezig is, gedurende 12 seconden na het inschakelen van de stoelverwarming.
Via een knippercode kan worden gecontroleerd welke storing door de elektronica ogenblikkelijk werd geregistreerd.
Het uitgeven van de knippercode wordt m.b.v. de volgende procedure gestart:
De volgende storingen kunnen worden weergegeven
Knipperen |
Storing |
---|---|
1 maal |
Schakelaar defect (potentiometer of elektronica) of oververhitting van de schakelaar door een kortsluiting |
2 maal |
Temperatuursensor onderbroken of maakt kortsluiting |
3 maal |
alle 4 de verwarmingselementen onderbroken of kortsluiting (waarschijnlijk een onderbreking of kortsluiting in de kabelboom) |