De regelbare wervelkleppen bevinden zich in de tangentiële kanalen van het inlaatsysteem en worden afhankelijk van de bedrijfstoestand gesloten of geopend. De wervelkleppen worden onder de volgende omstandigheden gesloten:
De wervelkleppen worden over het algemeen geopend als:
Bij de M57 TU met emissienorm EURO 4 en bij de M67TU bedient een elektromotor de verstelhefboom om de wervelkleppen te sluiten. Als de wervelkleppen geopend zijn bevindt de verstelhefboom zich tegen de achterste aanslag.
De wervelkleppen in de tangentiële kanalen zijn in gesloten toestand met afdichtrubbers afgedicht.
Als de wervelkleppen in de geopende stand klemmen: Het enige gevolg is een verslechtering van de uitlaatgassamenstelling bij lage toerentallen.
Als de wervelkleppen in de gesloten stand klemmen: Vermogensverlies van ca. 10 % bij hogere toerentallen, gevaar voor oververhitting van de motor.