Elektrisch extra verwarmingsaggregaat DDE 4.0 (alleen E46)

Het elektrische extra verwarmingsaggregaat dient voor het verwarmen van de koelvloeistof d.m.v. elektrische verwarmingselementen, om de geringe verwarmingsverliezen bij een hoog rendement van de motor te compenseren. Het verwarmingsaggregaat wordt afhankelijk van de uitrusting van de auto aangestuurd door de airconditioning (IHKA) of de verwarmingsregeling op de DDE-regeleenheid.

De verwarmingselementen worden alleen ingeschakeld als voldoende elektrisch vermogensreserves aanwezig zijn. Voor het bepalen van de beschikbare vermogensreserves levert de dynamo aan de DDE-regeleenheid een duty cycle de overeenkomt met de actuele dynamobelasting. Afhankelijk van de toegestane extra dynamobelasting stuurt de DDE-regeleenheid het extra verwarmingsaggregaat met een bloksignaal met duty cycle (= veranderlijke pulsbreedte) tussen 5 en 95 % aan en regelt zo verschillende verwarmingscapaciteiten.

Bij een geactiveerd extra verwarmingsaggregaat wordt het stationair toerental tot 850/min verhoogd.

Voorwaarden voor het uitschakelen

Bij de volgende bedrijfsomstandigheid wordt het extra verwarmingsaggregaat uitgeschakeld:

• Accuspanning < 12 V (inschakeltolerantie 12,8 V)
  
• Toerental < 710/min (inschakeltolerantie 730/min)
  
• Tijd na starten van de motor < 10 s
  
  
• Koelvloeistoftemperatuur:
  Met de gemeten omgevingstemperatuur wordt uit een referentielijn de grenswaarde van de koelvloeistoftemperatuur vastgesteld, die moet worden overschreden, zodat het extra verwarmingsaggregaat wordt uitgeschakeld. De gegevens van de referentielijn:
  

Attentie: Wanneer geen sensor voor de buitentemperatuur is gemonteerd geldt een vaste grenswaarde van de koelvloeistoftemperatuur van 86°C.

Een sensor voor de buitentemperatuur is gemonteerd in de volgende modellen E46:

• Alle modellen met 6-cilinder motor.
  
• In modellen met 4-cilinder motor alleen in combinatie met boordcomputer of airconditioning.
  
  

Het extra verwarmingsaggregaat wordt bovendien uitgeschakeld als één van de volgende storingen in het geheugen wordt opgeslagen:

• 0115, ”Koelvloeistoftemperatuursensor”
  
• 1A04, ”Elektrisch extra verwarmingsaggregaat”
  
• 1A0E, ”Dynamobelastingssignaal”
  

Handeling bij storing

De aansturing wordt gecontroleerd op kortsluiting en onderbreking.

Vanaf DDE-software-versie B1 (productiebegin 07/2000) wordt het extra verwarmingsaggregaat ook op oververhitting bewaakt.

Als een storing optreedt wordt de storing 1A04 ”Elektrisch extra verwarmingsaggregaat” opgeslagen.

Gevolg: slechte verwarmingscapaciteit bij lage temperaturen

Wanneer de dynamo een belastingssignaal van 0 % meldt, dan wordt storing 1A0E ”Belastingssignaal dynamo” opgeslagen.

Gevolg: het extra verwarmingsaggregaat wordt uitgeschakeld