De elektronische remlichtschakelaar werkt alleen vanaf klem R aan.
Hij beschikt over zijn eigen spanningsvoorziening.
Als de remlichtschakelaar in orde is, wordt hij bij uitgeschakeld contact hoogohmig, d.w.z. hij levert een signaal alsof hij bediend wordt. Als dit niet het geval is, dan is er kortsluiting met massa en verschijnen de meldingen "remlicht defect" alsmede "lamp rechtsachter defect" en "lamp linksachter defect" of worden deze d.m.v. een pictogram in het instrumentenpaneel aangegeven.
Bij een draadbreuk herkent het verlichtingschakelcentrum de toestand "bediend". Als de schakelaar langer dan 10 s ononderbroken als bediend wordt geregistreerd, controleert het verlichtingschakelcentrum de acceleratie van de auto. Als hierbij een tegenspraak wordt geregistreerd, worden eveneens de bovengenoemde storingsmeldingen gegeven.