Automatische cabriokap

De automatische cabriokap is een hydraulisch bediende kap de door de moduul cabriokap wordt aangestuurd. De klep voor de opbergruimte en de kap worden elektrisch vergrendeld.

 

Voorwaarden voor bedienen kap

 

Verloop bij openen

  1. Bedieningsschakelaar OPEN bedienen
  2. Zijruiten worden omlaaggebracht
  3. Kap wordt van bovenlijst van voorruit ontgrendeld
  4. Spanbeugel komt omhoog
  5. Klep van de opbergruimte wordt ontgrendeld
  6. Klep van de opbergruimte wordt geopend
  7. Spanbeugel komt omlaag
  8. Kap komt omlaag in opbergruimte
  9. Klep van de opbergruimte wordt gesloten
  10. Klep van de opbergruimte wordt vergrendeld
  11. Wachttijd twee seconden, vervolgens worden de zijruiten gesloten

 

Verloop bij het sluiten

  1. Bedieningsschakelaar DICHT bedienen
  2. Zijruiten worden omlaaggebracht
  3. Klep van de opbergruimte wordt ontgrendeld
  4. Klep van de opbergruimte wordt geopend
  5. Kap komt uit de opbergruimte omhoog
  6. Spanbeugel komt omhoog
  7. Klep van de opbergruimte wordt gesloten
  8. Klep van de opbergruimte wordt vergrendeld
  9. Spanbeugel komt omlaag
  10. Vergrendelingsaandrijving trekt de kap op de bovenlijst van de voorruit en vergrendelt de kap
  11. Wachttijd twee seconden, vervolgens worden de zijruiten gesloten

 

Moduul cabriokap (CVM)

De moduul cabriokap stelt de positie van de kap vast en stuurt het hydraulisch systeem aan; ook de elektrische aandrijving voor de klep van de opbergruimte en de kapvergrendeling worden door deze moduul aangestuurd. Bovendien worden de optredende storingen in het geheugen opgeslagen en uitgegeven.

Kapposities

De positie van de hoofdstijl en de spanbeugels worden via potentiometers geregistreerd. Deze potentiometers zijn elektronische componenten en geen elektrische weerstanden. De afgelegde weg is proportioneel met de spanningsval over de potentiometer. De positie van de spanbeugel is afhankelijk van de positie van de hoofdstijl.

Hydraulisch systeem van de kap

Het hydraulisch systeem van de kap is uit verschillende componenten opgebouwd: de hydraulische unit, de kleppen en de cilinders. Voor de algemene vrijgave van het hydraulisch systeem moet V5 (klep druk uitschakelen) geschakeld zijn. Bij wegvallen van klem R of na vijftien minuten zonder bediening wordt het gehele systeem door V5 getrapt drukloos gemaakt. Vanaf bouwjaar 09/2001 vervalt de V5 zonder vervanging. Het samenvouwen van de klap is niet mogelijk, omdat de hydraulische druk tussen de ventielen en cilinders geblokkeerd wordt.

Opmerking: Een haperende beweging van de kap kan wijzen op een lage accuspanning. Voor een test in de werkplaats moet altijd een laadapparaat worden aangesloten.

De hydraulische unit verzorgt de oliedruk voor de beweging van de kap. Twee overdrukventielen voorkomen, dat de oliedruk te hoog wordt. Wanneer de pomptemperatuur boven de 95°C komt, kan alleen nog maar de begonnen functie worden afgemaakt. Bij een temperatuur hoger dan 105°C moet de kap met de hand worden bediend. Wanneer de kap is opgeslagen kan de vulstand van de hydraulische vloeistof worden gepeild.

De hydraulische kleppen zijn elektromechanische componenten voor de bediening van de kap. Mechanische defecten kunnen niet door de CVM worden herkend. Wanneer tijdens het aansturen een licht mechanisch geluid hoorbaar is, werd de hydraulische weg vrijgegeven.

De hydraulische cilinders worden als aandrijving voor de bediening van de kap gebruikt. Het voordeel van hydraulica is de grote krachtsoverbrenging.

Belangrijk

Het is belangrijk dat het systeem volledig aangesloten is, en werkzaamheden altijd worden uitgevoerd aan een drukloos systeem. Het systeem is drukloos in de houdstand of als klem R is losgemaakt.

Elektrische aandrijving

De elektrische aandrijvingen zijn verantwoordelijk voor de vergrendeling van de kap en de klep van de opbergruimte. Deze aandrijfmechanismen hebben een hoog stroomverbruik.Kans op letsel door grote mechanische krachten.

Hall-sensoren

De Hall-sensoren zijn stroomschakelaars, waarbij 4 mA als ”geschakeld” en 15 mA als ”niet geschakeld” wordt gezien. Voordat een schakelaar een voorwerp herkent, moet ferromagnetisch materiaal minstens 1 mm voor de sensor aanwezig zijn.

In de auto zijn twee hall-sensorkringen aanwezig, de kapsensoren en de carrosseriesensoren. Wanneer de spanningsvoorziening een kortsluiting naar massa heeft, dan worden alle sensoren van de betreffende kring uitgeschakeld.

Positie kap

De positie van de kap wordt door de gegeven hoek van de potentiometers hoofdstijl en spanbeugel aangegeven. De positie van de spanbeugel is afhankelijk van de positie van de hoofdstijl.

Onderkant van de opbergruimte

De naar massa schakelende microschakelaar 'onderkant van de opbergruimte omlaag' geeft de positie van de opbergruimte van het cabriodak aan. Wanneer de onderkant van de opbergruimte niet omlaag is gebracht, is openen van de klep niet mogelijk. In de toets in de schakelaarcentrale brandt dan de groene LED wanneer de toets wordt ingedrukt.

Geen storingen opgeslagen

Als geen storingen zijn opgeslagen en de kap niet automatisch kan worden bewogen, kan dit de volgende oorzaken hebben.

Symptoom

Remedie

De kapbeweging is niet volledig beëindigd, geen beweging meer mogelijk.

Maak klem R los, bedien de vergrendeling met de hand tot de LED niet meer knippert. Herhaal deze procedure eventueel.

Kap bevindt zich in tussenstand en beweging onderbroken. De kap beweegt na geruime tijd niet meer.

Kap in onaannemelijke stand. Breng de kap met de hand in de opbergruimte aan.

Kapbeweging is niet volledig, hydraulisch aggregaat werkt, bij ondersteuning met de hand is geen verdere beweging mogelijk. De levert de maximale druk.

Onaannemelijke schakelaarstand. Alle schakelaarstanden controleren. Na reparatie eventueel leidingen verwisseld.

Kapbeweging is niet volledig, hydraulisch aggregaat werkt, bij ondersteuning met de hand is verdere beweging mogelijk. De levert de maximale druk.

Inwendige lekkage van een hydraulische cilinder. Alle cilinders controleren.