De stoelverwarming maakt het verwarmen van de zitting en de rugleuning van de stoel mogelijk.
De stoelverwarming kan vanaf klem 15 door het bedienen van de toets in twee standen worden ingeschakeld. Om de werking aan te geven branden de twee in de schakelaar aangebrachte lichtdiodes.
Als de stoelverwarming wordt ingeschakeld (één keer indrukken van de toets) is in eerste instantie stand 1 geactiveerd. De stoel wordt verwarmd tot ca. 40 °C.
Als de toets opnieuw wordt bediend, dooft de rechter LED en wordt stand 2 geactiveerd. De stoel wordt nog maar tot 37 °C verwarmd.
Als de toets opnieuw wordt ingedrukt of als het contact wordt afgezet, wordt de stoelverwarming uitgeschakeld.
De stoelen worden verwarmd d.m.v. verwarmingsmatten van koolstofvezel. In de zitting en in de rugleuning is een koolstofvezel-verwarmingsmat aangebracht. Bij de sportstoel bevindt zich een extra, derde koolstofvezel mat in de bovenbeensteun. Alleen het midden van de zitting en de rugleuning wordt verwarmd. De zijdelen van de zitting en rugleuning worden niet verwarmd.
De temperatuur wordt door een temperatuursensor die in het kussen is geplaatst gemeten en doorgegeven aan de in de schakelaar geïntegreerde elektronica.
De in de schakelaar geïntegreerde elektronica regelt en controleert de stoelverwarming.
Opmerking
Als de accuspanning van de auto lager is dan 11,4 V ± 0,3 V, wordt de stroomvoorziening van de verwarmingsmat door de elektronica van de stoelverwarming uitgeschakeld. De functie-LED, die in de schakelaar is ingebouwd, blijft echter ook verder ingeschakeld. De verwarmingsmat wordt weer van stroom voorzien als de accuspanning minstens 5 seconden lang hoger is dan 12,2 V ± 0,3 V.
De elektronica van de stoelverwarming controleert de temperatuursensor en de verwarmingsmat op storingen.
Als bij de temperatuursensor een onderbreking of kortsluiting optreedt, wordt de stoelverwarming ter voorkoming van oververhitting uitgeschakeld. De beide functie-LED's branden slechts kort.
Via een knippercode kan worden gecontroleerd welke storing door de elektronica ogenblikkelijk werd geregistreerd.
Het uitgeven van de knippercode wordt m.b.v. de volgende procedure gestart:
Na het indrukken van de schakelaar wordt eerst de stoelverwarming geactiveerd. Beide LED's branden. Na 10 seconden dooft de rechter LED. Via de linker LED wordt de knippercode gegeven. Als de rechter LED niet knippert, is geen storing ontdekt.
De volgende storingen kunnen door de linker LED worden aangegeven.
Knipperen |
Storing |
---|---|
1 maal |
Schakelaar defect (potentiometer of elektronica) of oververhitting van de schakelaar door een kortsluiting |
2 maal |
Temperatuursensor onderbroken of maakt kortsluiting |
3 maal |
Verwarmingsmat onderbroken of kortsluiting (waarschijnlijk onderbreking of kortsluiting in draadbundel) |
De knippercode kan opnieuw worden opgevraagd door de toets twee maal kort in te drukken.
De normale werking van de stoelverwarming is pas mogelijk na het afzetten van het contact.