Bij de S62-motor met MSS52 wordt een slijtagevrije regelaar met dubbele wikkeling (ZWD 5) als centrale regelaar stationair toerental toegepast. Hij is in het centrale gedeelte van het motorblok gemonteerd en voorziet de acht cilinders van de benodigde lucht tijdens het stationair draaien.
Elk van de acht gasklephuizen heeft een eigen stationair luchtkanaal voor zijn cilinder. De verbinding van de vier kanalen van een cilinderrij vindt plaats via drie buizen met een afdichting d.m.v. O-ringen tussen de gasklephuizen in het centrale gedeelte van het motorblok. De middelste buis tussen de gasklephuizen 2 en 3 (cilinderrij 1), resp. gasklephuizen 6 en 7 (cilinderrij 2) is als T-stuk uitgevoerd. Hier komt de stationair lucht voor de betreffende cilinderrij binnen. De luchtgeleiding van de regelaar stationair toerental naar de beide T-stukken heeft plaats d.m.v. een slang.
De stelmotor stationair toerental neemt meerdere taken over en is daarmee een belangrijke component in het inlaattraject van de motor.
Geringe lekhoeveelheden, die bijv. bij lekkende manchetten/flenzen of verschillende openingen van de gaskleppen voorkomen, kunnen tot op zekere hoogte door de regelaar stationair toerental worden gecompenseerd.
Tijdens afremmen op de motor opent de regelaar stationair toerental zich iets en sluit pas kort voor het bereiken van het stationair toerental. Daardoor wordt een hoge onderdruk in het inlaatspruitstuk en het aanzuigen van oliedampen via de klepgeleiding (blauwe rook) voorkomen.
Komt tijdens het gebruik een storing van de regelaar stationair toerental voor, dan worden de bijbehorende storingscodes in het storingsgeheugen van de DME-regeleenheid opgeslagen. Wanneer de regelaar stationair toerental niet meer elektrisch kan worden aangestuurd, dan blijft hij in de noodlooppositie staan. Via deze noodloop-openingsspleet kan de motor in het kader van een noodloopproggramma verder blijven draaien.