Regeneratie roetfilter DDE5.0/6.0/6.2

Om een regeneratie van het roetfilter uit te voeren, moet in de DDE-regeleenheid een regeneratie worden verzocht.

Er vindt een regeneratieverzoek plaats als de verbruikte brandstofhoeveelheid sinds de laatste regeneratie in de DDE-regeleenheid de maximum waarde bereikt.
Bij de volgende rit wordt de regeneratie gestart zodra de koelvloeistoftemperatuur een waarde van minstens 75 °C en de uitlaatgastemperatuur vóór de katalysator een waarde van ten minste 240 °C bereikt. Bovendien moet de tankinhoud ten minste 10 liter bedragen.

Een optimale regeneratie wordt bereikt, als met de auto vanaf het begin van de regeneratie gedurende ongeveer 20 minuten met een mogelijk constante snelheid van minimaal 60 km/h wordt gereden. Het rijden op secundaire wegen geeft ervaringsgewijs het beste regeneratieresultaat.

De actuele toestand van een eventueel aanwezige regeneratieblokkering, een regeneratieverzoek in de regeleenheid en de regeneratie zelf, kan zowel in de servicefunctie ”Regeneratie roetfilter” alsook in de DDE-diagnoseopvraag onder het punt ”Regeneratie roetfilter:” worden aangegeven. Bovendien kan hier de afgelegde afstand sinds de laatste regeneratie worden uitgelezen.

De volgende toestanden van de regeneratie zijn mogelijk:

De volgende situaties m.b.t. de status van de regeneratie zijn mogelijk:

Opmerkingen:

Bij het voortijdig afbreken van een regeneratierit wordt de regeneratie tijdens de volgende rijcyclus voortgezet zodra de koelvloeistoftemperatuur weer een waarde van 75 °C en de uitlaatgastemperatuur vóór de katalysator weer een waarde van 240 °C bereikt.

Bij een sterk met roet vervuild roetfilter is het mogelijk dat het regeneratieverzoek na korte tijd wordt geblokkeerd of niet wordt vrijgegeven.
In dit geval moet het roetfilter tijdens een rit van 30 minuten over snelwegen/autowegen met een zo constant mogelijke snelheid worden geregenereerd.
Vervolgens moet de servicefunctie ”Regeneratie roetfilter” opnieuw worden uitgevoerd.

Verder gebeurt het af en toe, dat bij een zeer sterk met roet beladen filter de uitlaatgastegendruk zo hoog wordt, dat problemen ontstaan bij het bereiken van het afregeltoerental. Dit beïnvloedt in veel gevallen de uitvoerbaarheid van de uitlaatgastegendrukcontrole. Een juiste regeneratie voorkomt dit probleem in veel gevallen en verlaagt de uitlaatgastegendruk.

Tijdens de regeneratiefase kan het bij draaiende motor af en toe voorkomen dat de weergave Regeneratie actief naar Regeneratie niet actief gaat. Dit treedt uitsluitend bij stilstaande auto en draaiende motor op. Door dit gedrag wordt het planmatige verloop van de regeneratie over het algemeen niet nadelig beïnvloed.