Hall-impulsgever nokkenas DDE 4.0

De hall-impulsgever voor de nokkenas is aan de voorzijde bovenop het kleppendeksel gemonteerd. Op de nokkenas bevindt zich aan de voorzijde een rechthoekige nok die langs de hall-impulsgever draait. De DDE-regeleenheid evalueert het hierbij gevormde spanningssignaal (een bloksignaal per nokkenasomwenteling). Dit signaal dient voor de zogenaamde synchronisatie:

Bij het starten van de motor herkent de DDE-regeleenheid aan de hand van het nokkenassignaal of een inspuit- of een gaswissel-BDP aanwezig is en kan zo de juiste injector voor de inspuiting aansturen.

Zonder synchronisatie is het starten van de motor niet mogelijk!

Handeling bij storing

De volgende storingen worden gecontroleerd:

In beide gevallen wordt de storing 1E25 "Controle toerentalsensor" in het geheugen opgeslagen met verschillende storingsoorten.

Gevolgen: