Om veiligheidsredenen wordt de EWS-regeleenheid redundant via klem 30 en klem R van spanning voorzien.
Uitval van klem 30 of van klem R veroorzaakt geen zichtbare functiestoring bij het starten van de motor. Ook de diagnose met de EWS-regeleenheid blijft mogelijk.
Bij het uitvallen van klem 30 is een diagnose met de EWS-regeleenheid alleen nog mogelijk met klem R ingeschakeld (contactslot in stand 1 of 2).
Bovendien leidt het uitvallen van klem 30 tot het uitvallen van de radiografische afstandsbediening. Dit wordt door het volgende veroorzaakt:
Is klem 30 zonder fouten dan detecteert de EWS-regeleenheid als de contactsleutel na het uitschakelen van klem R uit het contactslot wordt getrokken. Deze status wordt via de K-bus naar de basismoduul van de centrale carrosserie-elektronica (ZKE) gezonden De basismoduul voert alleen dan de toetscommando's van de sleutel met afstandsbediening uit als de contactsleutel niet in het contactslot steekt.
Bij een foutieve klem 30 kan de EWS-regeleenheid de sleutelstatus na het uitschakelen van klem R niet langer detecteren. In de basismoduul blijft daarom de sleutelstatus ”Sleutel steekt in contactslot” opgeslagen. Hierdoor worden geen sleutelcommando's uitgevoerd.
De spanningsvoorziening van de EWS wordt met de testmodule B6135_00003 voeding, K-bus gecontroleerd.
De status van klem R kan met behulp van de diagnosefunctie status lezen gecontroleerd worden. Voor het controleren van klem 30 wordt het dataverkeer tussen de tester en de EWS-regeleenheid bij uitgeschakelde klem R bewaakt. Als bij uitgeschakelde klem R geen communicatie met de EWS-regeleenheid meer mogelijk is, betekent dit een storing bij klem 30 (zekering of draad).