Bij afwezigheid van storingen bedraagt de reikwijdte van de radiografische afstandsbediening ca. 15 m.
Op grond van wettelijke voorschriften is het frequentiebereik van de radiografische afstandsbediening vastgelegd op 433 .92 Mhz, resp. 315 Mhz (bijv. USA, Canada, Australië).
Binnen dit frequentiebereik is een reeks radiosystemen actief die vanwege natuurkundige eigenschappen storingen kunnen veroorzaken.
Een storing door deze zenders kan de reikwijdte doen verminderen of er zelfs toe leiden dat de radiografische bediening af en toe geheel uitvalt.
De volgende voorzieningen kunnen de radiografische afstandsbediening storen:
Er is in de regel een stoorzender aanwezig als de afstandsbediening op bepaalde plaatsen niet of slechts af en toe functioneert.
Soms kan de stoorzender worden onderdukt als de zendersleutel heel dicht bij de antenne wordt gehouden (afstand ca. 10 cm).
Het is niet mogelijk het probleem technisch op te lossen. Wijs de klanten op de bovengenoemde technische voorwaarden.