De gasklep wordt door de gasklepstelmotor aangestuurd zonder mechanische koppeling met het gaspedaal.
De EDK heeft de volgende taken:
- omzetten van het gevraagde vermogen van de bestuurder
- regeling stationair toerental (eigen regelaar stationair toerental vervalt)
- automatische snelheidsregeling
- ABS / ASC / MSR / DSC-ingreep
- noodloop
- inschakelen extra belasting (bijv. stoelverwarming, airconditioning, licht)
- afregeling van de maximum-snelheid v_max
De elektrische gasklep (EDK) wordt versteld met een gelijkstroommotor via een overbrenging. De stand van de gasklep wordt herkend via een aan de gasklepas aangebrachte, tegen elkaar in draaiende dubbele potentiometer.
De spanningssignalen variëren afhankelijk van de gasklepstand voor potentiometer 1 tussen 0,5 V en 4,5 V en tegenovergesteld voor potentiometer 2 tussen 4,5 V en 0,5 V.
De stelmotor van de gasklep wordt aangestuurd door de DME-regeleenheid met een signaal met gemoduleerde pulsbreedte met een basisfrequentie van 2000 Hz.
De EDK wordt op de volgende manieren bewaakt:
- Controle van de beide potentiometers op elektrische storingen
- Potentiometer 1 is de regelpotentiometer
- Potentiometer 2 is de referentie voor potentiometer 1
- Plausibiliteitsbewaking van de beide potentiometersignalen t.o.v. elkaar
- Bewaking van de klep op stroef lopen en klemmen
- Bewaking van de veer, iedere keer dat “Ontsteking aan” wordt gegeven door kort aansturen van de EDK
- Adaptatie van de EDK-regeleenheid na een wachttijd van ca. 30 seconden bij “Ontsteking aan”
Komt tijdens het gebruik een storing voor, dan wordt de bijbehorende storingscode in het storingsgeheugen van de DME-regeleenheid. Afhankelijk van de ernst van de storing wordt op de noodloopfunctie overgegaan:
- wordt altijd weergegeven in Check-Control
- overschakelen op potentiometer 2 bij een storing in potentiometer 1
- selectie van de juiste potentiometer bij vergelijkingsstoringen, via een model gebaseerd op de gemeten stroom van de luchtmassameter
- uitschakelen van de eindtrap van de gasklep en veiligheidsuitschakeling van de brandstof bij klemmende klep of niet met elkaar overeenstemmende signalen van de gaskleppotentiometer
Wanneer op een auto een nieuwe EDK wordt gemonteerd, moeten de eindtrappen van de gasklep nieuw worden ingeleerd. Na “Ontsteking aan” wordt de EDK gedurende ca. 30 seconden aangestuurd.
De maximale openingshoek van de gasklep bij het inleren van de EDK-stand is 25 %.