Krukassensor

 

Het actuele motortoerental wordt door de krukaspositiesensor gemeten en aan de regeleenheid van de motor doorgegeven. De krukassensor is als hall-generator uitgevoerd. Een tandkrans geeft de actuele krukasstand aan. Het motortoerental wordt door de krukaspositiesensor in de vorm van een bloksignaal uitgestuurd.

Als er een storing van de krukassensor optreedt, dan wordt een storing "Krukaspositiesensor" in het storingsgeheugen van de motorregeleenheid ingegeven. Het signaal van de nokkenassensor wordt dan als motortoerentalsignaal gebruikt (noodstand).

Mogelijk waarneembare uitwerking: Uitvallen en de motor start slechter.