Bij auto's vanaf de productiedatum 3/99 worden in de Servicegegevens de Groepen diagnosticeerbare regeleenheden opgeslagen. Deze informatie wordt bij de identificatie uitgelezen en aan de uitrusting toegevoegd (snelle, verkorte test)
Regeleenheidgroepen: Door middel van een regeleenheidgroep wordt op een bepaald aantal regeleenheden onder een diagnoseadres gecontroleerd, welke variant gemonteerd is.
In het geval van na-inbouw en montage van een extra regeleenheid moet deze groep in de servicegegevens worden opgenomen.
Via een numeriek blok wordt de selectie van de opties ingevoerd. Een relatie tot de series bestaat bij de selectie niet
Aansluitend hierop kan de invoer door het opnieuw identificeren van de auto en het toevoegen aan de uitrusting van de auto worden gecontroleerd.