Verdamperregeling (aansturing compressor)

Verdamperregeling (aansturing compressor)

De verdamperregeling wordt geactiveerd met de aircotoets in het bedieningsgedeelte. De LED in de aircotoets geeft aan of het systeem gereed is. Bij de montage van geregelde compressoren is de grenswaarde voor de uitschakeling afhankelijk van de buitentemperatuur en kan tussen 1 °C en 3 °C liggen. Als een conventionele compressor is gemonteerd, wordt de grenswaarde bij hoge buitentemperaturen (> 30°C) met 1°C verlaagd. Door de mechanische regeling van het compressorvermogen bij een geregelde compressor wordt praktisch voorkomen dat de compressor uitschakelt . De compressor voor de airconditioning wordt direct door de regeleenheid voor de verwarming/airconditioning en de extra ventilator via de digitale motor- of diesel-elektronica (DME/DDE) aangestuurd. De commando's voor de compressor van de airconditioning en de extra ventilator worden via de CAN-/K-bus doorgegeven aan de DME/DDE. De druksensor controleert ook de koelmiddeldruk en schakelt de compressor uit bij een te hoge of een te lage druk. Alleen bij de M51 -dieselmotor wordt nog een pressostaat gemonteerd, die de druk van het koelmiddel controleert en indien nodig de voeding voor de compressorkoppeling onderbreekt.

Schakelvoorwaarden voor de inschakeling van de elektromagnetische koppeling:

IN:Aircotoets IN en verdampertemperatuur > 4°C (afhankelijk van de buitentemperatuur) en koelvloeistoftemperatuur < 117°C en klem 30 op regeleenheid > 9,7 volt.

UIT: aircotoets UIT of verdampertemperatuur < 3°C (afhankelijk van de buitentemperatuur) of aanjagerstand 0 of koelvloeistoftemperatuur > 120°C of klem 15 UIT of klem 30 < 9 volt.

DME_AC verhoging stationair toerental

Als de aircotoets wordt bediend, verzoekt de airconditioning via de K-bus om een verhoging van het stationair toerental, om ook bij een stationair draaiende motor al voor voldoende koeling te kunnen zorgen.

DME_KO compressoraansturing

Via de K-bus ontvangt de DME de opdracht, de compressor in te schakelen. Als er geen vollast-uitschakeling heeft plaatsgevonden wordt via een terugmelding aan de DME/DDE het commando voor de aansturing van de compressorkoppeling gegeven. Het belastingsmoment van de compressor voor de airconditioning uit het druksensor-signaal afgeleid en via de K-bus doorgegeven aan de DME.

Traploze aansturing extra ventilator

Via een druksensor wordt de koelmiddeldruk van de airconditioning geregistreerd en aan de hand van een tabel in een stand van de extra aanjager omgezet, die vervolgens via de K-bus/CAN-bus aan de DME/DDE wordt doorgegeven. De motorelektronica genereert hieruit de stuurspanning voor de traploze extra ventilatormotor .