Energiediagnose: klemaansturing

De klemaansturing is over verschillende regeleenheden verdeeld. Het volgende blokschema geeft een overzicht van de betreffende regeleenheden en de aansluitingen in het boordnet.

BLB0605PIC60613102

KGM

Carrosserie-gatewaymoduul

SV

Zekering-/relaishouder, achter

CAS

Car Access System

M-ASK

Multi-audiosysteemcontroller
(afhankelijk van de uitrusting)

CCC

Car Communication Computer
(afhankelijk van de uitrusting)

DME

Digitale motorelektronica

DDE

Digitale dieselelektronica

IBS

Intelligente accusensor
(afhankelijk van de uitrusting)

K-CAN SYSTEEM

Bussysteem voor carrosseriecomponenten

MOST

Bussysteem voor audio en communicatie
(afhankelijk van de uitrusting)

PT-CAN

Bussysteem voor aandrijf- en onderstelcomponenten

Er zijn de volgende klemmen:

Klem 30:

Klem 30 wordt vanaf de accupool via de veiligheidsaccuklem naar de achterste en voorste relais-/zekeringhouder gevoerd. Als de accu via de polen is aangesloten, heeft klem 30 spanning. Klem 30 is op circa 42 zekeringen van de relais-/zekeringhouder aangesloten.

Regeleenheden die door klem 30 van spanning worden voorzien:

AHM

Aanhangermoduul

CAS

Car Access System

DME

Digitale motorelektronica

DDE

Digitale dieselelektronica

DWA

Alarminstallatie

EDC-K

Schokdemperregeling

KBM

Carrosserie-standaarduitvoering (t/m modeljaar 09/2006)

KGM

Carrosserie-gatewaymoduul

LM

Lichtmoduul

SMBF

Stoelmoduul voorpassagier

SMFA

Stoelmoduul bestuurder

SZL

Schakelcentrum stuurkolom (belasting)

Klem 30g:

Klem 30g wordt door de CAS gestuurd. Bij het wekken van het autosysteem door een bediening van de gebruiker wordt klem 30g ingeschakeld. Klem 30g wordt automatisch na een codeerbare uitschakelvertraging (bijv. 30 minuten) uitgeschakeld. De uitschakelvertraging begint met het uitschakelen van klem R. Net zoals bij klem 15 wordt door CAS via een halfgeleiderschakelaar een relais in de achterste relais-/zekeringhouder aangestuurd. Het relais van klem 30g schakelt de accuspanning naar circa 26 zekeringen in de achterste relais-/zekeringhouder.

Regeleenheden die door klem 30g van spanning worden voorzien:

ACC

Actieve snelheidsregeling

AL

Actieve besturing

ALBBF

Actieve leuningbreedte passagier

ALBFA

Actieve leuningbreedte bestuurder

AMP

Versterker

ARS

Dynamic Drive

CID

Centraal informatiedisplay

CON

Controller

CVM

Cabriokap-moduul

DAB

Digitale tuner

DSC

Dynamische stabiliteitscontrole

EGS

Transmissieregeling

EHC

Hoogteregeling

EHB

Elektro-hydraulische remmen (vanaf modeljaar 03/2007)

EKP

Geregelde brandstofpomp

GWS

Keuzehendelschakelaar (vanaf modeljaar 03/2007)

HKL

Achterkleplift

HUD

Head-up display

IBOC

Digitale tuner US

IHKA

Geïntegreerde automatische verwarming/airconditioning

KHI

Hoofdtelefoon-interface

LDM

Lengtedynamische management (vanaf modeljaar 03/2007)

LWS

Stuurhoeksensor

NVE

Night Vision elektronica

PDC

Park Distance Control

RDC

Bandenspanningscontrolesysteem

RLS

Regen-/lichtsensor

SDARS

Satellieten tuner

SHD

Schuif-/kanteldak

SHZH

Extra verwarmingsaggregaat

SMG

Sequentiële handgeschakelde versnellingsbak

SZM

Schakelcentrum middenconsole

TCU

Telematic Control Unit
(vanaf modeljaar 09/2006, behalve US-uitvoering)

TLC

Rijstrooksignalering (vanaf modeljaar 03/2007)

ULF-SBX
ULF-SBX-H

Aansluitingenbox
Aansluitingenbox high

VM

Videomoduul

VTG

Verdeelbak

Klem 30g-f:

Klem 30g-f is een klem 30 die alleen bij herkenning van storingen wordt uitgeschakeld.

Vanaf modeljaar 09/2005 vervalt de micro-powermoduul als zelfstandige regeleenheid. De KGM stuurt klem 30g-f aan via een bistabiel relais dat op de printplaat van de regeleenheid is gesoldeerd. Het bistabiele relais kan worden in- of uitgeschakeld. In de regel is het bistabiele relais altijd ingeschakeld. Het bistabiele relais heeft twee relaisspoelen en blijft altijd in de laatst aangestuurde stand (ingeschakeld of uitgeschakeld).

Bij een storing, voordat KGM klem 30g-f definitief uitschakelt, wordt gedurende 10 seconden een reset uitgevoerd. Hierdoor worden mogelijke functiestoringen van de defecte regeleenheid verholpen. Als de storing 5 minuten na de reset nog steeds aanwezig is, wordt klem 30g-f uitgeschakeld.

Er zijn de volgende drie storingsgevallen:

  1. De DME/DDE bewaakt permanent de laadtoestand van de accu m.b.v. het IBS. Bij het bereiken van de grenswaarde voor het starten wekt het IBS de auto en de DME/DDE stuurt een bericht voor het resetten van klem 30g-f. De KGM ontvangt het bericht en schakelt het bistabiele relais gedurende 10 seconden uit.
    Als de laadtoestand na de reset nog steeds verslechtert, stuurt de DME/DDE een bericht voor het uitschakelen van klem 30g-f. De KGM ontvangt het bericht en schakelt het bistabiele relais na een uitschakelvertraging van 2 minuten uit.
  2. Vanaf klem R uit controleert de KGM of de auto in de rusttoestand kan overgaan. De auto kan alleen in de rusttoestand overgaan, als alle regeleenheden hiervoor gereed zijn. Als na circa 60 minuten nog niet alle regeleenheden gereed zijn, schakelt de KGM klem 30g-f gedurende 10 seconden uit.
    Als 5 minuten na deze reset nog niet alle regeleenheden gereed zijn, schakelt de KGM klem 30g-f na een uitschakelvertraging van 2 minuten uit.
  3. Meestal is enkele minuten na klem R uit de auto in de rusttoestand overgegaan. De KGM telt vanaf de rusttoestand hoe vaak de auto wordt gewekt. De KGM schakelt klem 30g-f gedurende 10 seconden uit als de auto bij klem R uit meer dan 30 keer onverwacht is gewekt
    Als de auto na deze reset 5 maal onverwacht gewekt is, schakelt de KGM klem 30g-f na een uitschakelvertraging van 2 minuten uit.

Bij alle reset- en uitschakelgevallen wordt een storing in de KGM opgeslagen. De reset of de uitschakeling van klem 30g-f is onafhankelijk van de veroorzaker van de gedetecteerde storing. De reset en de uitschakeling is alleen een poging om de storing in de auto te verhelpen en het stilvallen van de auto te vermijden. De reset of de uitschakeling van klem 30g-f betekent niet altijd dat een storing in een verbruiker van klem 30g-f aanwezig was.

De inschakelvoorwaarde van de klem 30g-f is het inschakelen van klem R. Daarom is bij klem R of klem 15 altijd klem 30g-f ingeschakeld.

Regeleenheden die door klem 30g-f van spanning worden voorzien:

CA

Comfort Access

CDC

Cd-wisselaar

Instrumentenpaneel

Instrumentenpaneel

M-ASK

Multi-audiosysteemcontroller

CCC

Car Communication Computer

CNAV

Navigatiesysteem China

JNAV

Navigatiesysteem Japan

KBM

Carrosserie-standaarduitvoering (vanaf modeljaar 03/2007)

KNAV

Navigatiesysteem Korea

SZL

Schakelcentrum stuurkolom (elektronica)
Attentie! tussen modeljaar 09/2006 en 03/2007, schakelcentrum stuurkolomelektronica aan klem 30.

TCU

Telematic Control Unit
(vanaf modeljaar 09/2006, alleen US-uitvoering)

ULF

Universeel laad- en handsfree-systeem

Klem 15:

De aansturing van klem 15 geschiedt door de CAS afhankelijk van de bediening van de start-/stop-toets (als de sleutel in de sleutelschacht is gestoken).
De schakeling van klem 15 geschiedt in de CAS via een halfgeleiderschakelaar. Via de uitgang van een halfgeleiderschakelaar wordt een relais in de relais-/zekeringhouder aangestuurd. Het relais schakelt de accuspanning naar circa 4 zekeringen in de achterste relais-/zekeringhouder. De verbruikers van klem 15 worden in werkelijkheid via deze van spanning voorzien.

Regeleenheid die door klem 15 van spanning wordt voorzien:

FLA

Grootlichtassistent

Enkele regeleenheden hebben ook om veiligheidsredenen direct van de CAS een kabel vanaf klem 15, zoals de LM (lichtmoduul) of de CVM (cabriokap-moduul).

Klem 87:

De DME/DDE stuurt klem 87 via een relais in de E-box resp. de geïntegreerde voedingsmoduul aan. Klem 87 wordt ingeschakeld zodra klem 15 wordt ingeschakeld. Na het uitschakelen van klem 15 wordt klem 87 door de DME/DDE iets vertraagd uitgeschakeld.

Regeleenheid die door klem 87 van spanning wordt voorzien:

VTC

Valvetronic

Klem R:

Klem R is niet als hardware-klem aanwezig. Een regeleenheid wordt direct door het CAS via klem R gevoed:

ACSM

Ongevalveiligheidsmoduul