Toerentalsensor krukas

De toerentalsensor bevindt zich in het achterste afsluitdeksel van het cilinderblok. De DDE-regeleenheid voorziet de sensor van massa (M_KWG) en van een voedingsspanning van 5 V (U_KWG).

Werking

Op de krukas bevindt zich een sensorwiel, op de rand waarvan zich 58 kleine permanente magneten bevinden. Deze permanente magneten bewegen zich bij draaiende krukas voorbij de toerentalsensor en genereren zo het toerentalsensorsignaal.

In de punt van de sensor bevinden zich vier weerstandselementen, die naar een brug zijn geschakeld. Wanneer de permanente magneten zich voorbij de sensor bewegen, verandert de richting van het magneetveld, wat invloed heeft op de weerstandselementen. Deze richtingsverandering genereert een sinusvormige verandering van de weerstandswaarden.

In de sensor is een meetschakeling geïntegreerd, die de weerstandsveranderingen omzet in een rechthoekig spanningssignaal. De DDE-regeleenheid evalueert dit spanningssignaal voor de berekening van het motortoerental.

Het toerentalsensorsignaal wordt gebruikt als meetgrootheid voor:

Handeling bij storing

De volgende storingen worden gecontroleerd:

Gevolg: