Door de toleranties bij de productie van de verstuivers wijkt de daadwerkelijk ingespoten brandstofhoeveelheid in geringe mate af van de theoretisch berekende brandstofhoeveelheid. Deze inspuithoeveelheidtoleranties worden na de productie voor elke verstuiver over het gehele werkingsgebied door metingen bij de fabrikant bepaald. Uit deze metingen wordt voor elke verstuiver een compensatiewaarde aangemaakt.
Bij het monteren van de auto wordt na het inbouwen van de DDE-regeleenheid de compensatiewaarde van elke gemonteerde verstuiver in de DDE-regeleenheid opgeslagen. De compensatiewaarden zijn overeenkomstig de montage van de verstuivers aan de afzonderlijke cilinders gekoppeld.
Met deze compensatiewaarden corrigeert de DDE-regeleenheid de berekende inspuithoeveelheden in geringe mate en verbetert aldus de uitlaatemissies.
M.b.v. de servicefunctie kunnen de compensatiewaarden van de gemonteerde verstuivers in de regeleenheid worden gewijzigd of opnieuw worden opgeslagen.
Deze compensatiewaarde is boven op elke verstuiver gedrukt, zie onderstaande afbeelding.
Afbeelding 1: Voorbeeld voor compensatiewaarden piƫzoverstuivers EURO 4
Attentie: Als verstuivers vervangen of verwisseld worden, moet erop worden gelet dat de opgedrukte compensatiewaarde van elke cilinder in de DDE-regeleenheid met de correcte cilinder overeenkomt.
Opmerking: Voor cilinders waarvoor geen nieuwe compensatiewaarde ingevoerd is, blijven de oude compensatiewaarden in de DDE-regeleenheid aanwezig.
Attentie: Als de DDE-regeleenheid wordt vervangen, moet de compensatie van de verstuivers eveneens worden uitgevoerd, zodat de compensatiewaarden van de gemonteerde verstuivers in de nieuwe regeleenheid zijn opgeslagen!