Voor de vuldrukregeling wordt een turbocompressor met variabele turbinegeometrie zonder ”Wastegate” gebruikt.
Aan de uitlaatzijde zijn rondom het turbinewiel verstelbare statorschoepenen draaibaar gemonteerd. Via deze schoepen wordt de aandrijfenergie, die het uitlaatgas uitoefent op de turbine, beïnvloed en daardoor de gewenste vuldruk ingesteld.
Een verstelhendel op het turbinehuis bedient de verstelbare statorschoepen.
De verstelhendel wordt door een elektrische vuldrukregelaar (elektromotor met wormaandrijving en regelelektronica), die direct op de turbocompressor is aangebracht, bediend. De vuldrukregelaar kan niet afzonderlijk worden vervangen.
De DDE voorziet de elektrische vuldrukregeling van een gemoduleerd pulsbreedte signaal. Het functiebereik van het signaal ligt tussen 10 % en 95 %, waarbij 10 % betekent statorschoep geopend en 95 % betekent statorschoep gesloten.
De elektronica in de vuldrukregelaar rekent het PWM-signaal in een instelhoek om en stuurt de stelmotor aan.
Een terugmelding van de ingestelde positie wordt alleen indirect via de vuldruksensor door de DDE herkend. De vuldrukregelaar kan een zelfdiagnose uitvoeren en meldt een aanwezige storing aan de DDE.
De verstelhendel moet tussen de minimale en maximale aansturing met een 35° tot 45° verdraaiingshoek worden versteld. De verstelling moet vlot plaatsvinden.
De vuldrukregeling wordt bewaakt m.b.t. de volgende storingen:
Gevolgen bij het optreden van een storing in de vuldrukregeling:
De turbodrukregeling wordt bovendien uitgeschakeld, als de volgende storingen optreden: