Via de toetsen van het schakelcentrum middenconsole kunnen diverse functies in de auto worden in- en uitgeschakeld. Daarnaast stuurt het schakelcentrum middenconsole nog de elektrische stuurkolomverstelling en het zonnescherm aan.
De volgende onderdelen voor het schakelcentrum middenconsole worden beschreven:
De regeleenheid schakelcentrum middenconsole bevindt zich in de relaiskast achter het dashboardkastje. De regeleenheid stuurt de status van de betreffende toets in de schakelaarblokken bestuurders- en passagierszijde via het K-CAN naar de betreffende regeleenheid. De regeleenheid schakelcentrum middenconsole omvat de software voor de aansturing van de elektrische stuurkolomverstelling en het zonnescherm.
Index |
Verklaring |
Index |
Verklaring |
---|---|---|---|
1 |
Schakelcentrum middenconsole (SZM) |
2 |
Regelelektronica |
3 |
Carrosserie-basismoduul (KBM) |
4 |
Carrosserie-gatewaymoduul (KGM) |
5 |
Comfort Access (CA) |
|
|
De regelelektronica bevindt zich in de zekeringenkast achter het dashboardkastje. De regelelektronica omvat de vermogenselektronica voor de aansturing van de motoren van de stuurkolomverstelling en de motor van het zonnescherm.
De schakelaarblokken voor de bestuurder en voor de passagier bevinden zich rechts en links op de asbak in de middenconsole. Afhankelijk van de uitvoering zijn de schakelaarblokken er in een uitvoering met 1, 2 of 3 rijen toetsen.
De SPORT-toets bevindt zich vóór de versnellingskeuzeschakelaar. De SPORT-toets is rechtstreeks op de regeleenheid schakelcentrum middenconsole aangesloten.
De schakelaar voor de stuurkolomverstelling bevindt zich links op de stuurkolom. Met de schakelaar voor de stuurkolomverstelling kan de lengte en hoek van de stuurkolom worden ingesteld. De aansturing gebeurt via de schakelcentrum stuurkolom (SZL).
Het zonnescherm bevindt zich achterin de auto. De bedieningstoets bevindt zich in het schakelaarblok van het bestuurdersportier.
De volgende systeemfuncties zijn voor het schakelcentrum middenconsole beschreven:
Naast de toetsen voor de bediening van de extra stoelfuncties en de functies dynamische tractieregeling en Park Distance Control stuurt het schakelcentrum middenconsole ook de elektrische stuurkolomverstelling en het zonnescherm aan.
Voor de aansturing van de motor van de elektrische stuurkolomverstelling en het zonnescherm dient de regelelektronica, die met het schakelcentrum middenconsole is verbonden.
De Carrosserie-Gateway-Moduul (KGM) dient als Gateway voor de stuursignalen van de bedieningstoets van het zonnescherm en de signalen van het schakelcentrum stuurkolom voor de aansturing van de elektrische stuurkolomverstelling.
Index |
Verklaring |
Index |
Verklaring |
---|---|---|---|
1 |
Schakelcentrum middenconsole (SZM) |
2 |
Regelelektronica |
3 |
Toetsenblok links |
4 |
Toetsenblok rechts |
5 |
Carrosserie-gatewaymoduul (KGM) |
6 |
Motor zonnescherm |
7 |
Zekeringenhouder achter |
8 |
Schakelcentrum stuurkolom (SZL) |
9 |
Schakelaar voor stuurkolomverstelling |
10 |
Schakelaarblok stoelverstelling bestuurder/passagier |
11 |
Stoelmoduul bestuurder |
12 |
Car Access System (CAS) |
13 |
Schakelaarblok bestuurdersportier |
14 |
Toets zonnescherm |
15 |
Stuurkolomverstelmotor |
16 |
Verstelmotor stuurkolom met hallsensoren |
17 |
SPORT-toets |
|
|
De schakelaarblokken zijn via de LIN-bus met de regeleenheid schakelcentrum middenconsole verbonden. De status van de toetsen wordt cyclisch opgevraagd en via het K-CAN aan de Carrosserie-Gateway-Moduul (KGM) doorgegeven.
Afhankelijk van de uitvoering zijn de schakelaarblokken er in een uitvoering met 1, 2 of 3 rijen toetsen. Bij de uitvoering met 1 en 2 rijen toetsen gebeurt de functie-aanduiding via LED's in de toetsen. Bij de uitvoering met 3 rijen gebeurt de functie-aanduiding via een Pop-Up-menu in het Central Information Display (CID).
De toets voor de dynamische tractiecontrole (DTC) of Park Distance Control PDC bevindt zich altijd in de bovenste rij. Als de auto niet over (PDC) beschikt, bevindt zich op deze plaats de toets voor het kofferdeksel of de afdekking van de bagageruimte.
Index |
Verklaring |
Index |
Verklaring |
---|---|---|---|
1 |
Toets dynamische tractiecontrole |
2 |
Toets stoelverwarming bestuurderszijde |
3 |
Toets actieve stoelventilatie bestuurder |
4 |
Toets Park Distance Control |
5 |
Toets stoelverwarming passagierszijde |
6 |
Toets actieve stoelventilatie passagier |
Het schakelcentrum middenconsole bewaakt de hallsensoren voor de elektrische stuurkolomverstelling. Hierdoor op basis van de hallsensorimpulsen de positie van de stuurkolom worden gebruikt voor de functie stuurkolommemory.
Het verzoek voor het aansturen van de motoren voor de stuurkolomverstelling ontvangt het schakelcentrum middenconsole via het K-CAN. De regeleenheid geeft het verzoek door aan de vermogenselektronica, die de motoren aanstuurt.
De toets voor de stuurkolomverstelling wordt verwerkt door het schakelcentrum stuurkolom (SZL). Het schakelcentrum stuurkolom stuurt de commando's via het PT-CAN naar de Carrosserie-Gateway-Moduul (KGM). De KGM plaatst het signaal op het K-CAN.
Het verzoek voor bediening van het zonnescherm wordt via het K-CAN ontvangen. Het schakelcentrum middenconsole verwerkt het commando en de regelelektronica stuurt de motor van het zonnescherm aan.
De toets voor het zonnescherm wordt verwerkt door het schakelaarblok bestuurdersportier. Het schakelaarblok bestuurdersportier is via de LIN-bus met de Carrosserie-Gateway-Moduul (KGM) verbonden. Het KGM vraag het schakelaarblok bestuurdersportier cyclisch om de status van de toets en plaatst het verzoek voor het bedienen van het zonnescherm op het K-CAN.
Afhankelijk van de speciale uitvoering kunnen op het Central Information Display pop-up-menu's worden weergegeven. De Pop-Up-menu's zijn afhankelijk van de volgende extra stoelfuncties:
Als de toets van een extra stoelfunctie wordt ingedrukt, wordt deze functie ingeschakeld. Bij het inschakelen wordt eerst het hoogste niveau van de geactiveerde functie weergegeven. Vervolgens kan door het opnieuw indrukken van de toets worden doorgeschakeld, tot de functie is uitgeschakeld of weer opnieuw wordt geactiveerd.
De Pop-Up-menu's van de afzonderlijke stoelfuncties zijn als volgt:
Index |
Verklaring |
---|---|
1 |
Stoelverwarming |
Met de toets voor de stoelverwarming wordt de verwarmingscapaciteit ingesteld. De verdeling van de verwarming wordt via de Controller ingesteld.
Index |
Verklaring |
---|---|
1 |
Actieve stoelventilatie |
De instellingen voor de airco- en verwarmingsfunctie worden via de toets in het schakelaarblok ingesteld. De verhouding tussen de airco- en verwarmingsfunctie wordt via de Controller ingesteld.
Index |
Verklaring |
---|---|
1 |
Leuningbreedteverstelling |
De instelling van de leuningbreedte gebeurt via de toets in het schakelaarblok.
De SPORT-toets activeert het sportprogramma (rijdynamiekcontrole FDC). De schakeltijden worden korter. De schakelreferentielijnen zijn sportiever afgestemd. De motor reageert directer op bewegingen van het gaspedaal. Bij het starten van de motor is de rijdynamiekcontrole altijd uitgeschakeld.
Bij de uitvoering met 1 en 2 rijen toetsen gebeurt de functie-aanduiding via LED's in de toetsen. Bij de uitvoering met drie rijen is alleen nog de inschakelweergave via de LED in de toets mogelijk. De functie-aanduiding gebeurt via een Pop-Up-menu in het Central Information Display CID.
Het pop-up-menu van de extra stoelfuncties kan door Check-Control-meldingen verdrongen worden, zolang deze worden weergegeven. Het doorschakelen van de stoelfuncties is echter nog steeds mogelijk. De enige weergave in deze situatie is de inschakelweergave via de LED van de toets.
Bij auto's zonder speciale uitvoering bevindt de achterkleptoets zich op de A-stijl en is deze redundant in het schakelcentrum middenconsole.