De rijstrooksignalering is een bestuurdershulpsysteem, dat vanaf 03/2007 bij de E60/E61 het rijden ondersteunt, waarbij de bestuurder vroegtijdig via een trilling in het stuurwiel over onbedoelde koersafwijkingen van de auto wordt geïnformeerd en deze wordt aangezet tot tegensturen. Als er een rijstrookmarkering wordt overschreden, wordt de bestuurder door het systeem gewaarschuwd als de richtingaanwijzers niet zijn ingeschakeld of er geen andere activiteiten (remmen / accelereren) worden uitgevoerd. De rijstrookmarkeringen rechts en links van de gebruikte rijstrook worden door een camera herkend.
De volgende onderdelen van de rijstrooksignalering worden beschreven:
Index |
Verklaring |
Index |
Verklaring |
1 |
Camera rijstrooksignalering |
2 |
Dynamische stabiliteitscontrole |
3 |
Carrosserie-gatewaymoduul |
4 |
Regeleenheid rijstrooksignalering |
5 |
Klem 30 geschakeld |
6 |
Trillingsmotor |
7 |
MFL-toets rijstrooksignalering |
8 |
Wikkelveercassette |
9 |
Schakelcentrum stuurkolom |
10 |
Head-up display |
11 |
Instrumentenpaneel |
|
|
De camera is bij de binnenspiegel achter de voorruit ingebouwd en verstuurt via een datakabel de camerabeelden naar de regeleenheid.
Index |
Verklaring |
Index |
Verklaring |
1 |
Camera rijstrooksignalering |
2 |
Strooilichtvenster |
3 |
LVDS-aansluiting |
|
|
De trillingsmotor en de daarbij behorende elektronica zijn volledig in het stuurwiel geïntegreerd. Om het stuurwiel te laten trillen bevindt zich een kleine onbalans op de as van de trillingsmotor.
Index |
Verklaring |
Index |
Verklaring |
1 |
MFL-toets rijstrooksignalering |
2 |
Trillingsmotor |
In de regeleenheid bevindt zich de software, die uit de camerabeelden de eigen positie van de auto in de rijstrook bepaald. De regeleenheid van de rijstrooksignalering zoekt in de beelden, die de camera opneemt, door middel van beeldanalyse naar mogelijke rijstrookmarkeringen.
De rijstrooksignalering wordt met de hier boven getoonde toets in het multifunctioneel stuurwiel in- en uitgeschakeld. Met elke druk op de toets wordt de rijstrooksignalering in- resp. uitgeschakeld.
De volgende systeemfuncties van de rijstrooksignalering worden beschreven:
Het systeem is vanaf een snelheid van 70 km/h beschikbaar. Als rijstroken worden herkend, is de rijstrooksignalering ook klaar om te waarschuwen. Bij snelheden onder 70 km/h verschijnt bij het inschakelen gedurende 3 seconden in het instrumentenpaneel een aanwijzing op de beschikbaarheid vanaf 70 km/h.
De rijstrooksignalering geeft de bestuurder alleen dan een waarschuwing als het systeem is ingeschakeld en beschikbaar is.
De waarschuwing is door de trilling in het stuurwiel voelbaar waar te nemen.
Index |
Verklaring |
Index |
Verklaring |
1 |
Rijstrooksignalering ingeschakeld |
2 |
Rijstrooksignalering klaar om te waarschuwen |
De TLC kan pas dan worden geactiveerd nadat het eerst is gekalibreerd. Om het systeem te kalibreren moet een intern algoritme worden gestart.
Kalibratie
Bij het vervangen van de camera of de voorruit is een kalibratie van het systeem noodzakelijk, omdat in deze gevallen de positie van de camera en daarmee de systeemsensoren veranderd kan zijn. Bij een vervanging van de regeleenheid is er geen kalibratie noodzakelijk. In dit geval worden de in de camera opgeslagen kalibratiegegevens naar de regeleenheid verzonden en daar opgeslagen.
Met de servicefunctie <Kalibratie rijstrooksignalering> kan de camera gekalibreerd worden of de status van de kalibratie worden afgevraagd. De kalibratie gebeurt in twee stappen:
Als de kalibratie niet succesvol was, worden er twee storingen in de regeleenheid opgeslagen:
Bij een succesvolle kalibratie van de camera wordt het chassisnummer in de camera geschreven. Pas als het chassisnummer in de camera, in de regeleenheid en in de auto overeenkomen kan het systeem worden geactiveerd.