De injectoren worden continu belast met de in de rail heersende brandstofdruk. Pas door de elektrische aansturing door de DDE-regeleenheid wordt de brandstof in de verbrandingskamer gespoten.
M47TU:
Aan de High Side van de injectoren (P_MVH) komen alle cilinders samen in een ”rij”. De bekabeling is tot aan de regeleenheid gescheiden. Pas in de regeleenheid worden de bekabelingen verbonden.
Attentie: wanneer een storing optreedt aan de High Side, dan kan de storingsoorzaak door de verbonden bekabelingen (P_MVH) in één willekeurige bekabeling van de cilinders liggen. In dit geval vallen alle injectoren uit.
M57TU:
Aan de High Side van de injectoren (P_MVH1-P_MVH6) zijn telkens drie cilinders in een ”rij” samengevat. De bekabeling is tot aan de regeleenheid gescheiden. Pas in de regeleenheid worden de bekabelingen verbonden.
Attentie: wanneer een storing optreedt aan de High Side, dan kan de storingsoorzaak door de verbonden bekabelingen (P_MVH) in één willekeurige bekabeling van de betreffende rij liggen. In dit geval vallen alle injectoren van deze rij uit.
M67:
Aan de High Side en Low SIde van de injectoren worden telkens vier cilinders door een DME-regeleenheid aangestuurd. Aan de High Side is de bekabeling tot aan de regeleenheid gescheiden. Pas in de regeleenheid worden de bekabelingen verbonden.
Attentie: wanneer een storing optreedt aan de High Side, dan kan de storingsoorzaak door de verbonden bekabelingen in één willekeurige bekabeling van de betreffende DDE-regeleenheid liggen. In dit geval vallen alle injectoren uit, die door deze DDE-regeleenheid worden aangestuurd.
Aan de High Side worden de volgende storingen bewaakt:
Aan de Low Side van elke cilinder worden de volgende storingen bewaakt:
Gevolgen:
Afhankelijk van het aantal uitgevallen injectoren schakelt de motor uit.