Motorsteunregeling DDE5.0/5.1

De regelbare motorsteunen worden afhankelijk van de bedrijfsomstandigheden op ”hard” of ”zacht” geschakeld.

Werking

De motorsteunen zijn via drukomvormers met de vacuümverzorging verbonden. Bij de aansturing van de drukomvormers door de DDE-regeleenheid zorgt de drukomvormer voor onderdruk in de motorsteunen, waardoor deze in de stand ”zacht” worden geschakeld.

De motorsteunen worden aangestuurd bij:

Handeling bij storing

Als er een storing in de aansturing van de drukomvormer optreedt, wordt een storing in het geheugen opgeslagen.

De motorsteunregeling wordt uitgeschakeld als één van de volgende storingen optreedt: