Energiediagnose: klemaansturing

De klemaansturing is over verschillende regeleenheden verdeeld. Het volgende blokschema geeft een overzicht van de betreffende regeleenheden en de aansluitingen in het boordnet.

GRR0103PIC60613101

MPM:

Micro-powermoduul

CAS

Car Access System

M-ASK

Multi-audiosysteemcontroller

CCC

Car Communication Computer

SGM

Veiligheids-/gatewaymoduul

DME/DDE

Digitale motor-/dieselelektronica

IBS

Intelligente accusensor

 

 

K-CAN SYSTEEM

Bussysteem voor carrosseriecomponenten

MOST

Bussysteem voor audio en communicatie

byteflight

Bussysteem voor airbag-regeleenheden

PT-CAN

Bussysteem voor aandrijf- en onderstelcomponenten

Er zijn de volgende geschakelde klemmen:

Klem 15: Deze wordt rechtstreeks aangestuurd door de CAS afhankelijk van de stand van de contactsleutel. Het schakelelement is een halfgeleiderschakelaar. Aangesloten regeleenheden:

DSC-sensor

Sensor voor dynamische stabiliteitscontrole

PDC

Park Distance Control (modeljaar 03/2003)

Opmerking: Enkele regeleenheden hebben ook om veiligheidsredenen direct van de CAS een kabel vanaf klem 15, zoals de LM (lichtmoduul) of de CVM (cabriokap-moduul).

Klem 30g: Deze wordt door de CAS aangestuurd. Hij wordt ingeschakeld bij het wekken van het autosysteem door een bediening van de gebruiker. Hij wordt uitgeschakeld nadat een codeerbare uitschakelvertraging na uitschakeling van klem R is verstreken. Het schakelelement is een relais in de zekering-/relaiskast.
Aangesloten regeleenheden:

AMP

Versterker

ACC

Actieve snelheidsregeling

AHL

Adaptieve koplampen

BZM

Bedieningscentrum tunnelconsole

CID

Centraal informatiedisplay

CON

Controller

CVM

Cabriokap-moduul

RAD

Radio (geldt alleen voor satellietontvanger)

DSC

Dynamische stabiliteitscontrole

EGS/SMG

Transmissieregeling/sequentiële handgeschakelde versnellingsbak

EHC

Hoogteregeling

HUD

Head-up display

KHI

Hoofdtelefoon-interface

PDC

Park Distance Control (vanaf modeljaar 09/2003)

RDC

Bandenspanningscontrolesysteem

RLS

Regen-/lichtsensor

SHD

Schuif-/kanteldak

SZM

Schakelcentrum middenconsole

TEL

Telefoon

VM

Videomoduul

VTG

Verdeelbak

 

Klem 30 MPM: Deze wordt door de MPM (micro-powermoduul) aangestuurd. Klem 30 MPM is normaal altijd ingeschakeld. Het uitschakelen geschiedt als in de auto een storing wordt herkend, waarbij de accu wordt ontladen en daardoor geheel kan worden ontladen. De ingaande waarden hiervoor zijn onder andere de door de DME/DDE bewerkte meetwaarden van de IBS (intelligente accusensor). Het schakelelement is een in de MPM geïntegreerd bistabiel relais (Opmerking: Een bistabiel relais is een relais dat de schakelstand ook zonder bekrachtiging van de spoel aanhoudt. Een bekrachtiging is alleen nodig voor het omschakelen.)
Aangesloten regeleenheden:

CCC

Car Communication Computer

DVDC

Dvd-wisselaar

M-ASK

Multi-audiosysteemcontroller

CDC

Cd-wisselaar

NAV

navigatiesysteem

Klem 30 ASE: Deze wordt via de SGM (veiligheids- en gatewaymoduul) aangestuurd. De klem wordt ingeschakeld bij het wekken van het autosysteem. De klem wordt uitgeschakeld zodra de auto overgaat in de slaapstand (slaapmodus). Klem 30 ASE is via een in de SGM geïntegreerd energiereserve van een buffervoeding voorzien. Daarmee kan de voeding van de airbag-regeleenheden bij uitval van de boordnetspanning worden overbrugd. Het schakelelement is een halfgeleiderschakelaar.
Aangesloten regeleenheden:

SBSL

Satelliet B-stijl links

SBSR

Satelliet B-stijl rechts

SFZ

Satelliet midden van auto (heeft ook klem 30)

SZL

Schakelcentrum stuurkolom (heeft ook klem 30)

TMBF

Portiermoduul passagier (heeft ook klem 30)

TMFA

Portiermoduul bestuurder (heeft ook klem 30)

Klem 87: Deze wordt via de DME/DDE aangestuurd. Hij wordt ingeschakeld bij het inschakelen van klem 15. Bij het uitschakelen van klem 15 wordt hij vertraagd uitgeschakeld. Het schakelelement is een extern relais.
Aangesloten regeleenheden:

VTC

Valvetronic

Opmerking: Klem R is niet als hardware-klem aanwezig. De schakel informatie wordt uitsluitend via de bussystemen doorgegeven.