Storingen aan auto's zijn door een ongunstig klantgedrag een mogelijke oorzaak voor pech door een lege accu. De volgende afzonderlijke oorzaken kunnen worden vastgesteld:
Wanneer de auto na klem R UIT niet in de ruststand komt, oftewel de bussystemen blijven actief, dan wordt de veroorzakende regeleenheid normaal gesproken door de energiediagnose bepaald.
De storing moet dan in de bijbehorende componenten (bijv. defecte sensor of schakelaar) van de betreffende regeleenheid worden gezocht. Wanneer geen storing wordt vastgesteld, dan moet de regeleenheid worden vervangen.
Wanneer meerdere regeleenheden aan de PT-CAN-bus bij dezelfde kilometerstand als veroorzaker in het energiehistoriegeheugen zijn opgeslagen (bijv. EKP, DSC en SZL bij dieseluitvoeringen of DME, DSC en SZL bij benzinemodellen), dan moet de stuurdraad worden gecontroleerd:
Voor auto's geproduceerd tot 12/2006:
Wanneer bovendien de klem 15 niet meer met de START-STOP-toets kan worden geschakeld of het elektrische stuurslot (ELV) niet kan worden ontgrendeld, inbouwlocatie van de accu op vochtsporen controleren en opgeslagen storingsmeldingen m.b.t. IBS controleren: IBS kan door vocht defect zijn en de stuurdraad op High-niveau houden. In dit geval de IBS vervangen.
Voor vanaf 12/2006 gebouwde auto's wordt een nieuwe waterdichte IBS gebruikt.
Attentie!
Het door klanten bedienen kan bij vele regeleenheden ook tot een invoer leiden: bijv. radio luisteren bij klem R UIT leidt tot de registratie van CID en de Head-Unit (M-ASK of CHAMP) bij dezelfde kilometerstand als veroorzaker in het energiehistoriegeheugen.
Wanneer de auto telkens weer wordt gewekt, wordt het maximum aantal keren wekken in een rustfase (klem R uit) over de laatste 5 weken en de ID's over de laatste 26 wekkende berichten van de K-CAN door de energiediagnose vastgesteld. De veroorzakende regeleenheid wordt in enkele gevallen door de energiediagnose vastgesteld.
Wanneer de wekkende regeleenheid kan worden vastgesteld, moet de storing dan in de bijbehorende componenten (bijv. defecte sensor of schakelaar, los contact) van de regeleenheid worden gezocht. Als geen storing kan worden vastgesteld, dan moet de regeleenheid worden vervangen.
Opmerking: In uitzonderingsgevallen is het mogelijk dat het resultaat ”Auto wordt steeds weer gewekt” door ongunstige klantgedragingen wordt veroorzaakt. (Bijv. vaak wekken van de auto bij klem R uit door openen en sluiten van achterklep of portier.)
Het resultaat ”te hoge ruststroom” betekent dat de auto ten minste tijdelijk een ruststroom van meer dan 80 mA heeft gehad. Daarbij was de auto in de ruststand, dat betekent dat de bussystemen niet actief waren. Als oorzaak daarvoor komen defecte regeleenheden in aanmerking. Om de storing te zoeken een ruststroommeting uitvoeren en mogelijke veroorzakers identificeren door systematisch zekeringen of stekkers van de betreffende regeleenheden los te trekken.
Werkwijze voor externe ruststroommeting: zie Service Information-nr. 61039947.
Ook wanneer de accu niet de oorzaak voor de klacht was, kan deze door een langere diepontlading al eerder zijn beschadigd. Om deze reden moet het elektrolyt bij verdenking van een al eerder beschadigde accu worden gecontroleerd.
Zie ”Masterdocument” BMW Service Techniek:
TIS -> Document -> Service Information -> Nummer invoeren
SI-nummer: 610702875
Bij een verdachte of defecte dynamo moet worden gecontroleerd of de DME/DDE relevante storingsgeheugeninvoeren heeft. Ook aan storingsgeheugeninvoeren m.b.t. de IBS moet aandacht worden geschonken.
Ook als de motor tijdens of kort na een rit afslaat, ligt de oorzaak vermoedelijk in de laadbalans van de dynamo. Hierbij wordt er van uitgegaan dat de geladen accu nog voldoende stroom voor een startprocedure kan leveren.