De radiateurjaloezie sluit de motorruimte naar buiten af en laat de koellucht niet door de radiateur in de motorruimte stromen.
Door de gesloten radiateurjaloezie wordt tijdens het rijden de warmdraaifase van de motor korter. Bij hogere snelheden neemt daardoor tevens de cw-waarde van de auto af. Op deze wijze wordt een brandstofbesparing en een emissievoordeel verkregen. Verder is door een snellere opwarming van de koelvloeistof de volledige verwarmingscapaciteit van de auto eerder beschikbaar.
Bij uitgezet contact of bij een draadbreuk in de stuurdraad is de radiateurjaloezie niet vergrendeld. Na de motorstart wordt de magneetschakelaar via de motorregeleenheid tegen massa geschakeld en wordt daardoor het openen van de radiateurjaloezie voorkomen.
Als aan een of meerdere van de volgende voorwaarden tijdens het rijden is voldaan, wordt de magnetische vergrendeling van de radiateurjaloezie opgeheven.
Bij een elektrische storing in de component wordt de vergrendeling van de radiateurjaloezie opgeheven.
De vergrendeling wordt ook uitgeschakeld als een defect aan de koelvloeistoftemperatuursensor of de elektroventilateur wordt herkend.