MOST-bus: Regeleenhedenvolgorde

Overdrachtsrichting en regeleenhedenvolgorde in de MOST-ring

Het MOST- (Media Oriented Systems Transport) netwerk maakt via een ringstructuur gegevensuitwisseling mogelijk tussen de regeleenheden. De signaaloverdracht gebeurt door middel van glasvezeltechniek (lichtgeleiders). De overdracht in de ring vindt daarbij maar in één richting plaats. In het MOST-systeem kunnen alleen maar berichten worden verstuurd als de ring gesloten en klaar voor gebruik is. Daarbij begint en eindigt de overdracht van meldingen bij de multi-audiosysteem-controller (resp. Car Communication Computer).

Bij adequate MOST-uitvoering wordt de ringvormige aansluiting van de regeleenheden m.b.v. een lichtstation gerealiseerd. Dit lichtstation bevindt zich in de bagageruimte links boven het wiel. Omdat de regeleenheden bij vervanging en in de fabriek op basis van het lichtstation verschillend met elkaar kunnen worden verbonden, is er geen vaste regeleenhedenvolgorde in de auto. Het systeemschema geeft dus alleen de maximale MOST-uitrusting weer, echter niet de juiste volgorde van de regeleenheden. De volgorde van de regeleenheden kan echter automatisch of handmatig worden vastgesteld.

Automatische vaststelling van de regeleenhedenvolgorde

De testmoduul ”regeleenhedenvolgorde” maakt een automatische vaststelling van de regeleenhedenvolgorde mogelijk. Deze automatische vaststelling levert alleen dan juiste resultaten, als de configuratie van de MOST-ring in de multi-audiosysteem-controller (resp.Car Communication Computer) correct opgeslagen is.

Als de automatische vaststelling onaannemelijke resultaten terugstuurt, zijn er twee mogelijkheden:

• Regeleenhedenvolgorde handmatig vastgesteld (zie onder).
  
• Configuratie van de MOST-ring opnieuw opslaan. Daartoe bij het diagnosesysteem naar de functieselectie wisselen. Dan de testmoduul onder servicefuncties -> carrosserie -> MOST-netwerk -> MOST-ring configuratie opslaan oproepen. Deze procedure mag echter alleen bij gesloten MOST-ring worden uitgevoerd. Daarom wordt bij het oproepen van de testmoduul eerste de ringstabiliteit gecontroleerd. Vervolgens de testmoduul ”regeleenhedenvolgorde” opnieuw oproepen.
  

Handmatige vaststelling van de regeleenhedenvolgorde

De volgorde van de regeleenheden in de MOST-bus kan via visuele controle in de auto worden vastgesteld.

• De multi-audiosysteem-controller (resp. Car Communication Computer) is aan de CAN-bus en MOST-bus aangesloten.
  
• De volgende MOST-regeleenheid in lichtrichting is de CD-wisselaar, als deze is ingebouwd.
  
• De volgende MOST-regeleenheid is de head-up display, als deze is ingebouwd.
  
• Voor de volgorde van de andere MOST-regeleenheden moet het opschrift van de optische kabel bij het glasvezelkabelstation in acht worden genomen. D ingangskabel van het kabelstation is de kabel met het opschrift ”MASK”/”CCC”, ”CDC” of ”HUD”. Elke ingang van het lichtstation is direct optisch verbonden met de tegenoverliggende uitgang. Daardoor kan de volgorde van de regeleenheden m.b.v. de volgende opschriften worden vastgesteld.
  
  • KHI resp. KHM (= Kopfhörer-Interface = hoofdtelefoon)
    
  • DVDC (= DVD-wisselaar)
    
  • AMP (= versterker)
    
  • VM (= videomoduul)
    
  • TEL (= telefoon)
    
  • TCU (= Telematic Control Unit)
    
  • ULF (= universeel laad- en handsfree-systeem)
    
  • JNAV (= navigatiesysteem Japan)
    
  • SDARS (= satellietentuner (US))
    
  • De uitgang van het kabelstation heeft het opschrift ”FLASH”. Deze kabel gaat naar de flash-adapter en daarna naar de multi-audiosysteem-controller (resp. Car Communication Computer). Daarmee is de ring gesloten.